Thema 3 herhaling
1 / 22
Lesduur is: 30 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Wat weet je nog over bloed? Welke 4 bloed bestandsdelen zijn er? en wat doen ze?
timer
1:00
Slide 3 - Open vraag
De 4 bloedsbestandsdelen zijn:
timer
0:30
A
rode , witte bloedcellen, bloedstolling, zuurstof
B
bloedplaatjes, bloedplasma, rode & witte bloedcellen
C
bloedplasma, bloedplaatjes, rode bloedcellen, bloedstolling
Slide 4 - Quizvraag
Slide 5 - Tekstslide
Welke 3 bloedvaten hebben we? En waar stromen de bloedvaten heen?
timer
1:00
Slide 6 - Open vraag
Slide 7 - Video
Wat is de grootste slagader? En de grootste ader?
timer
0:20
A
Slagader: Holle ader
Ader: Aorta
B
Slagader: kransslagader
Ader: Kransader
C
Slagader: Aorta
Ader: Holle ader
Slide 8 - Quizvraag
Hoe loopt de kleine bloedsomloop? Hoe loopt de grote bloedsomloop?
timer
1:00
Slide 9 - Open vraag
Slide 10 - Video
Hoe loopt de kleine bloedsomloop?
timer
0:20
A
Links - long - rechts
B
Rechts - long - links
C
Rechter kamer - long - linker boezem
D
Linker kamer - long - linker boezem
Slide 11 - Quizvraag
Aorta
Longslagader
R - Boezem
R - kamer
L - kamer
L - Boezem
Slide 12 - Sleepvraag
Waar zitten de hartkleppen tussen?
timer
0:20
A
bloedvat & boezem
B
Boezem & Kamer
C
Kamer & bloedvat
Slide 13 - Quizvraag
Waar zit de halvemaanvormige kleppen tussen?
timer
0:20
A
Kamer & bloedvat
B
Kamer & boezem
C
Boezem & Bloedvat
Slide 14 - Quizvraag
Wat is de functie van de nieren?
timer
1:00
Slide 15 - Open vraag
Slide 16 - Video
Wat halen je nieren uit het bloed?
timer
0:20
A
Koolstofdioxide & afvalstoffen
B
Overtollige water & zouten, afvalstoffen
C
Koolstofdioxide & overtollig water & zouten
Slide 17 - Quizvraag
Welk bestandsdeel helpt bij het bestrijden van ziektes? En hoe?
timer
1:00
Slide 18 - Open vraag
Wat maken witte bloedcellen aan om ziektes te bestrijden?
timer
0:20
A
Antigenen
B
Antistoffen
Slide 19 - Quizvraag
Hoe werken antistoffen & Antigenen?
timer
1:00
Slide 20 - Open vraag
Dit onderdeel snap ik nog niet zo goed.
Slide 21 - Open vraag
Ik snap dit hoofdstuk
0 = niet, 10 = goed.
0 = niet, 10 = goed.
