Les 7 Spieren hoofd, hals

• Verpleging en verzorging
• MBO
• Studiejaar 4

Les 7

4.3 De spieren van 

hoofd en hals

Even opfrissen ... Wat heb je onthouden van vorige week?

Welke drie groepen spieren kennen we?

1. Glad, skelet, long
2. Skelet, hart, long
3. Glad, Skelet, hart
4. Skelet, glad, bind

Wat zie je op de afbeelding?

1. Flexie
2. Extensie

De biceps en triceps zijn antagonisten van elkaar?

1. Waar
2. Niet waar

Wat is het verschil tussen
hypertrofie en atrofie?

Hoe heet dit verschijnsel ?

1. Spieratrofie
2. Spierextremie
3. Hypertrofie
4. Spierantagonie

Doelen les 7

De student kent de anatomie en functie van mimische spieren

De student kent de anatomie en functie van de 4 kauwspieren

De student kent de anatomie en de fysiologie van de oogspieren

De student kent de anatomie en fysiologie van de 3 halsspieren

Waar denk je aan bij mimische spieren?

1. Kont
2. Benen
3. Gezicht
4. Borst

Welke emoties kun je
laten zien met
mimische spieren?

Mimische spieren/ Gelaatspieren

Dwarsgestreept

Zitten vast aan de schedel + eindigen in de lederhuid

Aangestuurd door motorische zenuwcellen

De 4 kauwspieren

Wangkauwspier: 

Dwarsgestreept

Lateraal van de schedel

Zorgt voor sluiten kaak

Aanhechtingsplaatsen zijn jukbeen en onderkaak

De 4 kauwspieren

Slaapspier:

Dwarsgestreept

Lateraal van de schedel

Zorgt voor sluiten kaak

Aanhechtingsplaatsen slaapbeen en onderkaak

De 4 kauwspieren

Wangspier:

Dwarsgestreept

Platte spier

Speelt een rol bij: kauwen, blazen en eten

Aanhechtingsplaatsen: Onderkaak en mondhoek

We missen nog één kauwspier. Dit is de sterkste spier van het lichaam. Weet jij welke dit is?

1. Oog
2. Oor
3. Tong
4. Lip

De 4 kauwspieren

Tongspieren: 

Dwarsgestreept

Bedekt met slijmvlies

Speelt een rol bij: slikken, praten, kauwen en proeven

Aanhechtingsplaats: tongbeen

Wat gebeurt er met je tong bij het uitspreken van de volgende letters?

D, K, L, N, R, S, T, 

De oogspieren

Vier rechte oogspieren

binnen boven & binnen onder, horizon. naar binnen & naar buiten

Twee schuine oogspieren

Schuin naar boven & beneden

Oogbal draaien

De 3 halsspieren

De monnikskapspier

Dwarsgestreept

Speelt een rol bij: optrekken en omlaag trekken van schouders

Aanhechtingsplaats:

schedel- basis, doornuitsteeksels halswervels en schoudertop

De 3 halsspieren

De schuine halsspier

Dwarsgestreept

Aan voorzijde hals, aan beide zijden

Rol bij Beweging hoofd naar voren en achterover

Tweekoppige spier

Aanhechtingsplaats: Rotsbeen, sternum en sleutelbeen

De 3 halsspieren

Huidspier van de hals

Dwarsgestreept

Zijkant van de hals, net onder de huid

Speelt een rol bij: Mondhoeken omlaag en omhoog bewegen, mond breder maken, tanden ontbloten

Aanhechtingsplaats: Onderkaak, de huid en het onderhuids bindweefsel

Doelen les 7

De student kent de anatomie en functie van mimische spieren

De student kent de anatomie en functie van de 4 kauwspieren

De student kent de anatomie en de fysiologie van de oogspieren

De student kent de anatomie en fysiologie van de 3 halsspieren