H2.2 inklemmen

1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 2

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we deze les doen?
  • Vergelijkingen oplossen met inklemmen.

Slide 2 - Tekstslide





Hoe pakte jij dit aan?



Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Welke is een formule en welke is een vergelijking?

1.
2.
inkomsten=3+4t
29=5+4t
A
1 is een vergelijking 2 is een vergelijking
B
1 is een formule 2 is een formule
C
1 is een formule 2 is een vergelijking
D
1 is een vergelijking 2 is een formule

Slide 6 - Quizvraag

Wat is inklemmen?
A
Bij inklemmen teken je eerst de grafiek en ga je dan opzoek naar de oplossing.
B
Bij inklemmen ga je rekenen met de formule. Denk aan een oude weegschaal.
C
Bij inklemmen gok je het antwoord.
D
Bij inklemmen ga je eigenlijk gewoon steeds een antwoord proberen.

Slide 7 - Quizvraag

Welke antwoorden kun je krijgen als je inklemmen gebruikt?
A
alleen het precieze antwoord
B
te veel, te weinig en precies
C
te veel en precies
D
te weinig en precies

Slide 8 - Quizvraag

Los de volgende vergelijking op met inklemmen:
2,50 + 0,50f = 15
A
f = 5
B
f = 30
C
f = 10
D
f = 25

Slide 9 - Quizvraag

Los de volgende vergelijking op met inklemmen:
2 + 3,50t = 37

Slide 10 - Open vraag

98000 - 3000 x t = 80000
t: tijd in jaren
Bereken na hoeveel jaar het aantal boeren is
gedaald naar 80000.
Los de vergelijking op met inklemmen.

A
t = 20
B
t = 12
C
t = 10
D
t = 6

Slide 11 - Quizvraag

Slide 12 - Tekstslide

Wat heb je deze les geleerd?
  • Inklemmen (dmv een inklemtabel).

Slide 13 - Tekstslide