Politiek 3.4 Regering en Tweede Kamer

• Maatschappijleer
• Middelbare school
• vmbo b, k
• Leerjaar 3

Regering en Tweede Kamer

3.4

1. Terugblik

2. Leerdoelen van vandaag

3. Uitleg

4. Aan de slag

5. Afsluiting

Planning

Terugblik: Wat hebben we vorige les geleerd?

• Het verschil tussen linkse en rechtse partijen.
• Wat midden partijen zijn

welke partij is een rechtse partij?

1. D66
2. partij voor de dieren
3. groen links
4. VVD

Deze partijen vinden vrijheid voor personen en bedrijven belangrijk

1. Links
2. Midden
3. Rechts

Vinden economische vrijheid heel belangrijk

1. Links
2. Midden
3. Rechts

Burgers moeten vooral voor elkaar zorgen

1. Links
2. Midden
3. Rechts

De rijken moeten meer belasting betalen voor de zwakkeren.

1. Links
2. Midden
3. Rechts

Leerdoelen

Wat zijn de 6 stappen hoe een wet tot stand komt?

Belangrijke vragen bij H.3.4

Wat zijn de taken van de Tweede Kamer?

Wat zijn de taken van de minsters?

Wat doet de koning?

Wie moeten er voor 

het land keuzes maken?

- De ministers

- De tweede Kamer

+

Ministers

Tweede kamer

wat voor taken hebben ministers?

• Bedenken samen plannen die later een wet worden.
  
•  Zorgen dat de plannen worden uitgevoerd

Ministers + Koning = Regering

Wat is de Tweede Kamer?

• Zijn de mensen die over wetten discussiëren en  stemmen.
• Ze controleren of de ministers hun werk wel doen.
•  Mogen zelf wetsvoorstellen indienen

Wat is een wetsvoorstel?

Een plan om bepaalde problemen aan te pakken.

Wat zijn de stappen?

Hoe komt een wet tot stand?

Probleem

wetsvoorstel

veel praten

stemmen

handtekening

uitvoering

Wat doet Koning Willem Alexander?

• Hij is het staatshoofd van Nederland.
• Hij heeft niet heel veel macht omdat hij niet gekozen is.
•  Hij mag geen besluiten over ons land nemen.
•  Wel handtekening onder wet
•  Vertegenwoordigd NL in buitenland
•  Benoemen van ministers
•  Leest op Prinsjesdag de troonrede voor

0

Aan de slag

STAP 1

STAP 2

KLAAR ?

Maken:

• Opdracht 2, 3, 4, 7 + samenvatting
• Blz. 74 t/m 77 

Hoe?

• In tweetallen of alleen
• Zachtjes overleggen
• Vraag? Steek je hand op

Opdrachten nakijken

Hoe?

• Klaar? Laat zien aan de leraar.

Goed zo! 

Jij verdient even tijd om iets leuks te doen!

Hoe?

• Ga iets voor jezelf doen.
• Doe dit zachtjes
• Vraag? Steek je vinger op