2.3 Lezen - les 1

Welkom!
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welkom!

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
  • Begin maken met paragraaf 2.3 Lezen 

Slide 2 - Tekstslide

Doel
  • Ik kan uitleggen wat een informatieve tekst is.

Slide 3 - Tekstslide

Welke tekstsoorten ken je nog?

Slide 4 - Woordweb

Kenmerken informatieve
tekst

Slide 5 - Woordweb

Informatieve tekst
Het belangrijkste doel van een informatieve tekst is de lezer informeren. De mening van de schrijver speelt niet of nauwelijks een rol in de tekst. Daarin onderscheidt deze tekstsoort zich van de betogende tekst, want daarin staat de mening van de schrijver juist centraal.

Slide 6 - Tekstslide

Informatieve tekst
Een informatieve tekst bevat vooral feitelijke informatie:
• een beschrijving van gebeurtenissen die echt hebben plaatsgevonden;
• informatie over dingen die in werkelijkheid bestaan;
• kennis die door waarneming of onderzoek is verkregen;
• uitleg die je kunt uitvoeren.

Slide 7 - Tekstslide

Informatieve tekst
Informatieve teksten kom je in allerlei vormen tegen. Voorbeelden zijn: nieuwsbericht, 
  • sportverslag
  • interviewverslag 
  • encyclopedie 
  • schoolboektekst
  • wetenschappelijk artikel
  • handleiding

Slide 8 - Tekstslide

Interviewverslag
Een informatieve tekst die je vaak aantreft in een krant of tijdschrift, is het interviewverslag: een verslag van een vraag- en antwoordgesprek.

De interviewer kan zijn verslag op twee manieren schrijven.
Een letterlijk interviewverslag: hij geeft de vragen en de antwoorden zo letterlijk mogelijk weer
Een samenvattend interviewverslag: hij laat de vragen weg, vat antwoorden gedeeltelijk in eigen woorden samen en wisselt ze af met letterlijke uitspraken van de geïnterviewde persoon.


Slide 9 - Tekstslide

Waar zou je een interviewverslag
tegen kunnen komen?

Slide 10 - Woordweb

Hackende jongeren

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Tekst 1
Hackende jongeren: illegaal én knap

Slide 13 - Tekstslide

Huiswerk 26/11

Maken opdracht 4 , 5, 6  (in je schrift)

Slide 14 - Tekstslide

Welkom!

Slide 15 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
  • Nakijken opdr 4, 5, 6
  • Samen opdr 7 en 8
  • Uitleg inleiding, slot, tekstverbanden
  • Samen lezen tekst 2
  • Zelfstandig aan het werk

Slide 16 - Tekstslide

Nakijken
Opdracht 4 , 5, 6 

Slide 17 - Tekstslide

Opdracht
Samen opdr. 7 en 8
Schrijf mee in je schrift!

Slide 18 - Tekstslide

Functies inleiding
In de inleiding van een interviewverslag staat vaak informatie over de geïnterviewde. Je leest hier ook vaak wat de aanleiding voor het interview is.

Elke inleiding is allereerst bedoeld om aandacht te trekken. De inleiding moet ervoor zorgen dat de lezer ook de rest van de tekst gaat lezen.


Slide 19 - Tekstslide

Overige functies inleiding
• het onderwerp noemen of beschrijven;
• de aanleiding noemen. 
• de centrale vraag stellen. De schrijver beantwoordt deze vraag later in de tekst;
• de mening van de schrijver geven. In de rest van de tekst ondersteunt de schrijver zijn mening met argumenten;
• een samenvatting van de inhoud geven. In de rest van de tekst geeft de schrijver meer bijzonderheden (een nieuwsbericht is zo opgebouwd).


Slide 20 - Tekstslide

Functies slot
Een slot kan verschillende functies hebben:
• een conclusie geven. Je herkent een conclusie vaak aan signaalwoorden als: dus, daarom, dan ook;
• een samenvatting geven van het belangrijkste uit de tekst. Je herkent een samenvatting vaak aan signaalwoorden als: kortom, samenvattend;
• een advies geven. Je herkent een advies bijvoorbeeld aan zinnetjes als: het is raadzaam, het is beter, het is aan te raden.


Slide 21 - Tekstslide

Tekstverbanden
Met tekstverbanden bedoelen we de relaties tussen verschillende delen van een tekst. 

Tekstverbanden kun je vaak herkennen aan een bepaald signaalwoord.

Slide 22 - Tekstslide

Nieuw: samenvattend tekstverband

Slide 23 - Tekstslide

Opdracht
Samen lezen tekst 2
Daarna: maken opdracht 14 en 16

Slide 24 - Tekstslide