je kan benoemen hoe dieren zijn aangepast aan hun omgeving.
je kan benoemen hoe planten voedingstoffen op nemen.
je kan benoemen hoe planten water verplaatsen
Slide 2 - Tekstslide
wat gaan we doen?
huiswerk bespreken
aan de slag
nieuwe uitleg
huiswerk
Slide 3 - Tekstslide
huiswerk bespreken
heb je het gemaakt?
opdracht 3 t/m 11
blz 135
Slide 4 - Tekstslide
aan de slag
lees blz 139
opdracht 13 t/m 17
blz 140
klaar?
bekijk blz 142 en 143
maak opdracht 20 t/m 24
timer
7:00
Slide 5 - Tekstslide
aanpassingen bij vogels
Slide 6 - Tekstslide
aanpassingen aan poten van vogels
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
aan de slag
opdracht 13 t/m 24
18 en 19 niet
timer
7:00
Slide 9 - Tekstslide
3.2 planten
de vier organen van een plant met de functies.
het verschil tussen een cel en een weefsel
Slide 10 - Tekstslide
weefsel uit een blad
Slide 11 - Tekstslide
opnemen van stoffen
wat heeft een plant ook alweer nodig?
huidmondjes->
wortelharen->
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
mineralen uit de grond
Voorbeelden van mineralen zijn mineralen met fosfor, met ijzer en met stikstof. zijn nodig om eiwitten te maken, eiwitten zijn bouwstoffen van de plant.
Slide 14 - Tekstslide
het volgende is lastig
maak aantekeningen of doe mee met opdracht 14 blz 154
Slide 15 - Tekstslide
het vervoeren van stoffen
1 Houtvaten
● hierdoor stroomt water met mineralen uit de wortels omhoog
● zijn wijd
2 Bastvaten
● hierdoor stroomt water met glucose en voedingsstoffen vanuit bladeren naar andere delen van de plant
● zijn nauwer
tot wel 1000 liter per dag
Slide 16 - Tekstslide
houtvaten
stroming gaat omhoog, ze zijn erg wijd en zitten aan de binnenkant van een vaatbundel.
Slide 17 - Tekstslide
bastvaten
hierdoor stroomt water met glucose en voedingstoffen naar de onderdelen van een plant. bastvaten zijn smaller en liggen aan de buitenkant van een vaatbundel.