In de jaren zestig en zeventig groeide de economie nog steeds en de werkeloosheid was laag. Het gevolg was een enorme welvaartsstijging. Nu bijna iedereen werk had, was er voldoende geld om luxeproducten te kopen. Dit werden steeds vaker producten als koelkasten, koffiezetapparaten en stofzuigers. Net als de Verenigde Staten werd Nederland een consumptiemaatschappij.