Cours 6
1 / 17
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
se faire mal
souvent
gérer
par rapport à
l'avenir
de toekomst
ten opzichte van
managen
vaak
zich bezeren
Slide 3 - Sleepvraag
à nouveau
A
anders
B
nieuw
C
nieuwste
D
opnieuw
Slide 4 - Quizvraag
zich ontspannen
A
s'éclater
B
se détendre
C
se trouver
D
en ce qui concerne
Slide 5 - Quizvraag
vertaal uitgeput
A
respiré
B
épuisé
C
se faire mal
D
craindre
Slide 6 - Quizvraag
être obligé de
Slide 7 - Open vraag
vertaal: inventer
Slide 8 - Open vraag
il manque
A
er ontbreekt
B
voor wat betreft
C
hij probeert
D
blijft in contact
Slide 9 - Quizvraag
zin hebben in
Slide 10 - Open vraag
gebruiken
Slide 11 - Open vraag
vertaal: s'éclater
Slide 12 - Open vraag
Vertaal: en sécurité
Slide 13 - Open vraag
Vertaal: opstaan
