In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
Les 6
Niveau 2F/3F
Beeldspraak
Slide 1 - Tekstslide
Beeldspraak
Beeldspraak.. Weet jij wat het is?
Slide 2 - Woordweb
Feit, mening of argument?
Beeldspraak is ...
A
Het niet altijd letterlijk nemen van zinnen/teksten
B
Figuurlijk taalgebruik
C
Iets vergelijken met een bepaald beeld
D
Ander woord voor gebarentaal
Slide 3 - Quizvraag
Hoeveel weet jij eigenlijk van spreekwoorden/uitdrukkingen?
Probeer bij elke foto het juiste spreekwoord/uitdrukking op te schrijven.
Succes!
Spreekwoorden/uitdrukkingen
Slide 4 - Tekstslide
Foto 1:
Slide 5 - Tekstslide
Welk spreekwoord/uitdrukking hoort bij deze foto?
Slide 6 - Open vraag
Appels met peren vergelijken betekent ...
A
Vergelijken met elkaar is een slechte zaak.
B
Je vergelijkt twee dingen die erg op elkaar lijken.
C
Je kunt niet twee totaal verschillende dingen met elkaar vergelijken.
Slide 7 - Quizvraag
Foto 1:
Slide 8 - Tekstslide
Welk spreekwoord/uitdrukking hoort bij deze foto?
Slide 9 - Open vraag
Het is een dubbeltje op zijn kant betekent ...
A
Het is erg onzeker
B
Hij staat er half in
C
Het gaat helemaal fout
D
Weinig geld hebben
Slide 10 - Quizvraag
Foto 1:
Slide 11 - Tekstslide
Welk spreekwoord/uitdrukking hoort bij deze foto?
Slide 12 - Open vraag
Het is een schot in de roos betekent ...
A
Precies goed raken
B
Iets is een succes
C
Iemand kan goed schieten
Slide 13 - Quizvraag
Foto 1:
Slide 14 - Tekstslide
Welk spreekwoord/uitdrukking hoort bij deze foto?
Slide 15 - Open vraag
Je kop in het zand steken betekent ...
A
Doen alsof er geen probleem is
B
Weglopen van een ruzie
C
Iemand negeren
Slide 16 - Quizvraag
Foto 1:
Slide 17 - Tekstslide
Welk spreekwoord/uitdrukking hoort bij deze foto?
Slide 18 - Open vraag
Voor joker staan betekent ...
A
Voor schut staan
B
Ergens hard om kunnen lachen
C
Iemand anders zijn
D
Vooraan in de rij staan
Slide 19 - Quizvraag
Een spreekwoord is onveranderlijk. Je gebruikt dus altijd dezelfde woorden in dezelfde volgorde.
Een spreekwoord is bovendien altijd een mededeling, geen vraag. Meestal is een spreekwoord een algemene levenswijsheid: zo gaat het nu eenmaal in de wereld.
Spreekwoorden en uitdrukkingen
Spreekwoorden:
Slide 20 - Tekstslide
Uitdrukkingen lijken erg op gezegden, maar het verschil is dat in een uitdrukking wel een werkwoord voor kan komen. Hierdoor is een uitdrukking wel een hele zin.
Een uitdrukking heeft net zoals een gezegde vaak een figuurlijke betekenis en bevat (in tegenstelling tot een spreekwoord) meestal geen wijsheden.
Spreekwoorden en uitdrukkingen
Uitdrukkingen:
Letterlijk
Dit vertelt precies wat er gebeurd is, er zit geen andere betekenis achter
Figuurlijk
Dit betekent dat het anders wordt bedoeld dan er staat.
Slide 21 - Tekstslide
Voorbeelden van uitdrukkingen zijn:
'Met de Noorderzon vertrekken' - Onaangekondigd vertrekken en niks meer van je laten horen.
'Lachen als een boer met kiespijn' - Meelachen terwijl je eigenlijk niet echt moet lachen.
Spreekwoorden en uitdrukkingen
Uitdrukkingen:
Slide 22 - Tekstslide
Kijk het filmpje op de volgende slide;
Fred gebruikt spreekwoorden & gezegdes, maar maakt hierbij veel fouten.
Probeer de uitdrukkingen te verbeteren.
Je mag gebruik maken van internet om het juiste spreekwoord of gezegde op te zoeken!
Opdracht: Fred, de koning van de spreekwoorden
Slide 23 - Tekstslide
Slide 24 - Video
Welke spreekwoorden/uitdrukkingen heb je gevonden?