Zakelijke e-mail: Les 1

Zakelijke e-mail schrijven
H1.4 Schrijven en formuleren
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Zakelijke e-mail schrijven
H1.4 Schrijven en formuleren

Slide 1 - Tekstslide

Lesopbouw
MySkills: kritisch naar jezelf kijken!
1. Terugblik vorige les 
2. Lesdoelen 
3. Voorkennis activeren
4. Instructie
5. Zelfstandig werken
6. Afsluiting (MySkills: aandacht voor je werkplek! Opruimen en stoelen aanschuiven)

Slide 2 - Tekstslide

Lezen....
timer
10:00
timer
10:00

Slide 3 - Tekstslide

Lesdoel
In deze paragraaf leer je:
• hoe je een zakelijke brief schrijft;
• hoe je een zakelijke brief indeelt in alinea’s;
• hoe je een alinea goed opbouwt.
https://www.youtube.com/watch?v=-3ZV2qj9pUQ

Slide 4 - Tekstslide

Wat weet ik al over een
zakelijke e-mail?

Slide 5 - Woordweb

Aan de slag!
Maken: H1.4 Schrijven en formuleren opdr.: 1 t/m 13 op blz. 41 t/m 48
Klaar? Maken: H1.8, H2.8 en H3.8 Spelling
Afspraken tijdens het zelfstandig werken: 
1. Als je iets niet snapt, mag je je schoudermaatje vragen. Doe dit zachtjes. 
2. Kom je er samen niet uit, dan steek je je vinger op. Je gaat ondertussen verder met de volgende opdracht. 
3.Tijdens mijn ‘service-rondje’ probeer ik je te helpen.

Slide 6 - Tekstslide

Zakelijke e-mail schrijven
H2.4 Schrijven en formuleren

Slide 7 - Tekstslide

Aan de slag!
Maken: H1.4, H2.4 en H3.4 Schrijven en formuleren.
Klaar? Maken: H1.8, H2.8 en H3.8 Spelling, H1.7, h2.7 en H3.7 Grammatica
Afspraken tijdens het zelfstandig werken: 
1. Als je iets niet snapt, mag je je schoudermaatje vragen. Doe dit zachtjes. 
2. Kom je er samen niet uit, dan steek je je vinger op. Je gaat ondertussen verder met de volgende opdracht. 
3.Tijdens mijn ‘service-rondje’ probeer ik je te helpen.
timer
20:00

Slide 8 - Tekstslide

Lesdoel
In deze paragraaf leer je:
• hoe je een nieuwsbericht schrijft;
- hoe je kunt variëren in zinsbouw en woordkeuze.

Slide 9 - Tekstslide

Aan de slag!
Maken: H2.4 Schrijven en formuleren opdr.: 1 t/m 11op blz. 109 t/m 115.
Klaar? Maken: H1.8, H2.8 en H3.8 Spelling

Afspraken tijdens het zelfstandig werken: 
1. Als je iets niet snapt mag, je je schoudermaatje vragen. Doe dit zachtjes. 
2. Kom je er samen niet uit, dan steek je je vinger op. Je gaat ondertussen verder met de volgende opdracht. 
3.Tijdens mijn ‘service-rondje’ probeer ik je te helpen.
timer
20:00

Slide 10 - Tekstslide

Afsluiting
Wat hebben we onthouden?

Afsluiting (MySkills: aandacht voor je werkplek! Opruimen en stoelen aanschuiven)

    Huiswerkopdrachten voor de volgende les: afmaken.......................................uit BOEK A.




Slide 11 - Tekstslide

Aan wie kun je een
e-mail sturen?
Noem twee voorbeelden.

Slide 12 - Woordweb

Wat is een persoonlijke e-mail?

Slide 13 - Open vraag

Ik schrijf een persoonlijke e-mail naar de Cool Cat als ik een klacht heb over een broek die ik heb gekocht.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 14 - Quizvraag

Ik heb een ontzettend leuk weekend gehad en daar wil ik mijn oma over vertellen.
Ik schrijf een ........
A
Persoonlijke e-mail
B
Zakelijke e-mail

Slide 15 - Quizvraag

Geachte heer/ mevrouw,
Past goed bij een......
A
Persoonlijke e-mail
B
Zakelijke e-mail

Slide 16 - Quizvraag

Leespubliek:
Aan wie schrijf je een zakelijke e-mail?

Je schrijft aan iemand die je niet persoonlijk kent. ( Jullie zijn geen vrienden of familie)

Bijvoorbeeld:
De tandarts,  of Vodafone,                    (je docent)

Slide 17 - Tekstslide

Tekstdoel
Wanneer schrijf je de zakelijke e-mail?  Dus met welk doel!

Bijvoorbeeld:
  • Je hebt een vraag aan je docent.
  • Je wilt een afspraak verzetten bij de tandarts.
  • Je wilt informatie over een nieuwe telefoon.
  • Je hebt een klacht over een jas die je gekocht hebt.

Slide 18 - Tekstslide

Taalgebruik
Een persoonlijke e-mail schrijf je dus aan iemand die je  niet persoonlijk kent?
Die persoon spreek je daarom ook op een zakelijke manier aan. 

U, Mevrouw Schotanus, meneer van Os  (dus geen je en jij!)

Dit noem je formeel taalgebruik

Slide 19 - Tekstslide

Indeling 

Bekijk de e-mail van Samantha de Rade . Je krijgt deze e-mail van je docent.

Samen met je docent ga je bekijken hoe een Zakelijke e-mail eruit moet zien.
Aan:   e-mail adres van de geadresseerde ( degene die de e-                     mail moet ontvangen.)

Onderwerp:  Hier vul je kort in waar de mail over gaat.

Aanhef:    Geachte heer/ mevrouw,  of Geachte mevrouw Teller, 

Inleiding: Mijn naam is. Samantha de Rade. Ik schrijf u deze e-mail,  omdat.........

Kern:   Je vertelt waar het echt om gaat.

Slot:   Je vertelt wat je van de ontvanger verwacht. ( Ik hoop......

Slotformule:  Met vriendelijke groet,  Hoogachtend, 

Je voor- en achternaam:  Samantha de Rade

Slide 20 - Tekstslide

Wat heb je geleerd?
  • Ik weet wat het tekstdoel is bij een zakelijke e-mail en voor welk publiek een zakelijke e-mail is bedoeld.  
  • Ik weet wat de juiste indeling is van een zakelijke e-mail.  
  • Ik weet dat formeel taalgebruik hoort bij een zakelijke e-mail.

Slide 21 - Tekstslide

Wat wordt er bedoeld met het tekstdoel?
A
Voor wie de tekst bedoeld is.
B
Dat ik u en jij gebruik in mijn tekst.
C
Waarom ik de tekst schrijf.

Slide 22 - Quizvraag

In de kern........
A
Vertel ik wie ik ben.
B
Vertel ik wat ik verwacht van de ontvanger.
C
Vertel ik waar het echt om gaat.

Slide 23 - Quizvraag

Een passende slotformule voor mijn Zakelijke e-mail is.....?
Tip: Er zijn meerdere antwoorden goed!
A
Hoogachtend,
B
Groetjes,
C
Liefs,
D
Met vriendelijke groet,

Slide 24 - Quizvraag