10.2 Hefbomen

10.2 Hefbomen
10.2.1 Je kunt het draaipunt en de armen van een hefboom herkennen.
10.2.2 Je kunt bij werktuigen beschrijven hoe je met een kleine kracht een grote kracht uitoefent.
10.2.3 Je kunt bepalen hoeveel keer een werktuig de kracht vergroot die erop werkt.
10.2.4 Je kunt verschillende soorten hefbomen herkennen.
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

10.2 Hefbomen
10.2.1 Je kunt het draaipunt en de armen van een hefboom herkennen.
10.2.2 Je kunt bij werktuigen beschrijven hoe je met een kleine kracht een grote kracht uitoefent.
10.2.3 Je kunt bepalen hoeveel keer een werktuig de kracht vergroot die erop werkt.
10.2.4 Je kunt verschillende soorten hefbomen herkennen.

Slide 1 - Tekstslide

Hefbomen
Een hefboom vergroot je kracht.
Een hefboom heeft altijd een draaipunt.







Slide 2 - Tekstslide

Hefboom
Bij hefbomen in evenwicht bepaal je altijd in deze volgorde:
1) waar het draaipunt zit (klik de TIP open).
2) de [korte] arm van de grote kracht (in meters)
3) de grote kracht zelf (in Newton)
4) de [lange] arm van de kleine kracht (m)
5) de kleine kracht zelf (N)
TIP
Het draaipunt bij een hefboom is het punt dat zelf niet beweegt. Bij de wip op het plaatje dus het kleine rondje onder de kont van de olifant :)
Pas als je het draaipunt weet, kun je stap 2 en 4 doen, dat is de armen opmeten.

Slide 3 - Tekstslide

Sleep de onderdelen van de hefboom naar de beste plek.
Draaipunt
Lange arm

Slide 4 - Sleepvraag

Kleine kracht
Draaipunt
grote kracht

Slide 5 - Sleepvraag

Sleep de antwoorden naar de juiste positie
Aangrijpspunt spierkracht
Aangrijpspunt werkkracht
Draaipunt

Slide 6 - Sleepvraag

Waar zit hier het draaipunt? 
En de werkkracht? 
En de spierkracht?
Spierkracht Fspier
Werkkracht Fwerk

Slide 7 - Sleepvraag

Werklijn en arm
Werklijn = verlenging van de krachtenpijl, zo ver als nodig is.
Tip: soms is verlengen niet nodig, dan heb je aan de krachtenpijl 
genoeg.

Arm = kortste afstand tussen werklijn van de kracht en het draaipunt.
Tip: deze staat dus altijd loodrecht op de werklijn.
(voorbeelden volgen hierna)

Slide 8 - Tekstslide

De arm I is in beide plaatjes de loodrechte (kortste) afstand tussen de werklijn van de kracht en het draaipunt (groene stip). De werklijn hoef je hier niet te verlengen. 

Slide 9 - Tekstslide

Balanceer lab

Met de volgende link kom je op het balanceer lab van Phet Colorado. Hier kun je oefenen met de hefboomwet.


Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Link

Krachten vergroten
  • 2 krachten zijn belangrijk: de werkkracht en de last
  • Hierbij horen 2 armen: de werkarm en de lastarm.
Als de werkarm n keer zo groot is als de lastarm, is de last n keer zo groot als de werkkracht.

Slide 12 - Tekstslide

Enkele hefboom
Dubbele hefboom
Soorten hefbomen

Slide 13 - Tekstslide

De notenkraker
  • De last zit tussen de werkkracht en het draaipunt.

  • Hoeveel keer wordt de kracht vergroot?

Slide 14 - Tekstslide