les voor de toets

vragen
1 / 17
volgende
Slide 1: Woordweb
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

vragen

Slide 1 - Woordweb

Wat voor vragen kun je verwachten?
24 vragen
3 R-vragen
6 T1-vragen
9 T2-vragen
6 I-vragen

Slide 2 - Tekstslide

Soorten vragen...
Leg uit...
Geef aan...
Wat is het verschil...
Benoem...

Slide 3 - Tekstslide

Antwoord in hele zinnen!

Voorbeeld:
Leg uit waarom we de periode van 500 tot 1500  middeleeuwen noemen.

Slide 4 - Tekstslide

Leg uit waarom de zin ‘Hebban olla vogala nestas hagunnan hinase hic unda thu, wat unbidan we nu’ zo belangrijk is voor de literatuurgeschiedenis.

Slide 5 - Open vraag

Herhaal de vraag, dan weet je zeker dat je het goede antwoord geeft en dat je in hele zinnen antwoordt.

Deze zin is zo belangrijk voor de literatuurgeschiedenis omdat hiermee de literatuurgeschiedenis start. Het is de oudst overgeleverde zin in de volkstaal. Hiervoor was alles in het Latijn.

Slide 6 - Tekstslide

Geef aan wat didactisch inhoudt.

Slide 7 - Open vraag

Vraag: Geef de kenmerken van...
Antwoord: Kenmerken van ... zijn ....

Vraag: Leg uit wat ... Ga hierbij ook in op ....
Antwoord: ... is .... 
Bij zo'n vraag moet je in het antwoord ook verwerken waar je op in moet gaan. Als je dat niet doet, mis je punten.

Slide 8 - Tekstslide

Vraag: Wat is het verschil...
 
In het antwoord moeten dan twee dingen genoemd worden! 

Als je maar een ding noemt, dan heb je de vraag half goed of soms zelfs helemaal fout.

Slide 9 - Tekstslide

Wat is het verschil tussen een Karelroman en een Arthurroman?

Slide 10 - Open vraag


Het verschil is dat in een Karelroman Karel de Grote een rol speelt en in een Arthurroman speelt Koning Arthur een rol.

Slide 11 - Tekstslide

- Lees de vraag goed, wat wordt er gevraagd.
- Moet je voorbeelden geven? Zo ja, hoeveel?
- Moet je kenmerken geven? Zo ja, hoeveel?
- Markeer/onderstreep in de vraag de belangrijke woorden.

Slide 12 - Tekstslide

Leg uit waarom de zin ‘Hebban olla vogala nestas hagunnan hinase hic unda thu, wat unbidan we nu’ zo belangrijk is voor de literatuurgeschiedenis.

Kijk goed of de gemarkeerde woorden beantwoord worden of terugkomen in de tekst.

Slide 13 - Tekstslide

Deze zin is zo belangrijk voor de literatuurgeschiedenis omdat hiermee de literatuurgeschiedenis start. Het is de oudst overgeleverde zin in de volkstaal. Hiervoor was alles in het Latijn.

Slide 14 - Tekstslide

Leg uit waarom we de periode van 500 tot 1500 middeleeuwen noemen.

Slide 15 - Tekstslide

We noemen deze periode de middeleeuwen omdat hij tussen twee periodes ligt, die historici veel belangrijker vonden: de oudheid en de renaissance

Slide 16 - Tekstslide

Nog vragen?

Slide 17 - Open vraag