Les7/8 U2

Ga naar Lesson-up en type de PIN in.
Allumez votre ordinateur.
Mettez le livre sur la table.
Vous avez des écouteurs?

Zet jouw laptop aan.
Leg jouw boek op tafel.
Hebben jullie oortjes?
timer
2:00
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Ga naar Lesson-up en type de PIN in.
Allumez votre ordinateur.
Mettez le livre sur la table.
Vous avez des écouteurs?

Zet jouw laptop aan.
Leg jouw boek op tafel.
Hebben jullie oortjes?
timer
2:00

Slide 1 - Tekstslide

Programme d'aujourd'hui
Répéter Apprendre 1-4
Répéter  poser des questions.
Composer des phrases
Faire exercices 9,10,11,12,13



Slide 2 - Tekstslide

timer
10:00

Slide 3 - Tekstslide

timer
10:00

Slide 4 - Tekstslide

timer
10:00

Slide 5 - Tekstslide

timer
10:00

Slide 6 - Tekstslide

Wat is de betekenis van savoir?
timer
2:00

Slide 7 - Open vraag

Jullie gaan het werkwoord weten (savoir) leren in de onderstaande drie tijden. Sleep de juiste vorm werkwoorden naar de juiste tijd.
le présent
le passé composé
l'imparfait
je savais
je sais
j'ai su

Slide 8 - Sleepvraag

savoir
=
 weten




Sleep de juiste vorm van savoir naar het bijbehorende persoonlijk voornaamwoord
il/elle/on
nous
vous
ils/elles
je/tu
savent
sait
savez
savons
sais

Slide 9 - Sleepvraag

Koppel de vormen van savoir in de présent aan het juiste persoonlijk voornaamwoord

Je ... 

Tu ... 

Il/Elle

Nous

Vous

Ils/Elles

Sais
Sait
Savons
Savez
Savent
Sais

Slide 10 - Sleepvraag

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Havo
Scan de code.
.

(2.4 Ecouter, comprehension globale + détaillée.)
dialoque 1
dialoque 2

Slide 14 - Tekstslide

VWO
Scan de code.
Exercice 12, 13 page 63,64
.

(2.4 Ecouter, comprehension globale + détaillée.)
dialoque 1
dialoque 2

Slide 15 - Tekstslide

5

Slide 16 - Video

01:14
Dus.... wat is de basis (la base) om een werkwoord in de futur te zetten?

Slide 17 - Open vraag

01:33

Savez-vous les terminaisons du futur?

Slide 18 - Open vraag

02:09
Wat moet je onthouden met werkwoorden als bijvoorbeeld; attendre, vendre, apprendre.... ?

Slide 19 - Open vraag

02:19
Welke 4 onregelmatige werkwoorden hebben een ander "base" voor le futur?
Er worden straks 3 in de uitleg genoemd

Slide 20 - Open vraag

02:57
Wat is dus de "la base" voor de werkwoorden "avoir", "être" en "aller"?
Weet je die van "faire" ook?

Slide 21 - Open vraag

Le Futur

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide