2021 3H grammatica H3 verwijzen

H3 GRAMMATICA VERWIJZEN 
We hebben H2 afgerond van formuleren: samentrekkingen en samentrekkingen controleren.
Deze les starten we met H3: verwijzen.
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

H3 GRAMMATICA VERWIJZEN 
We hebben H2 afgerond van formuleren: samentrekkingen en samentrekkingen controleren.
Deze les starten we met H3: verwijzen.

Slide 1 - Tekstslide

Verwijzen
Het woord zegt het al: je verwijst naar iets dat je eerder hebt benoemt. Dat wat je al eerder genoemd hebt, noem je het antecedent.

Slide 2 - Tekstslide

Karima vond in haar kookboek een lekker recept en gebruikte deze voor het menu.

Slide 3 - Open vraag


In de krant stond een advertentie van een bedrijf die medewerkers zocht.

Slide 4 - Open vraag

De politieke partij vroeg zijn leden om te stemmen.









De politieke partij vroeg zijn leden om te stemmen.










De politieke partij verzocht zijn leden om te stemmen.





Slide 5 - Open vraag

Verwijzen
Met een verwijswoord wijs je terug naar een of meer woorden die eerder genoemd zijn, het antecedent. Vaak is dit antecedent de kern van de zinsdeel. Als je verwijst, houd je rekening met het geslacht en het getal van de kern. 

En daar zijn regels voor:

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Link

Slide 8 - Tekstslide

Het-woorden
Het-woorden zijn onzijdig. Namen van landen, provincies, steden en clubs en ook verkleinwoorden zijn onzijdig. 

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Tomatensap is het enige ... ik niet graag drink. 
wat
dat
die

Slide 11 - Sleepvraag

Deze vereniging vraag geld aan ... leden om de verbouwing te kunnen bekostigen.
zijn
haar

Slide 12 - Sleepvraag

Wat leerde je?

Slide 13 - Woordweb