6.1 De kerk valt uiteen

Ontdekkers en hervormers
6.1  De kerk valt uiteen

1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

Ontdekkers en hervormers
6.1  De kerk valt uiteen

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
In deze paragraaf leer je:
  • welke kritiek er was op de katholieke kerk
  • hoe machthebbers omgingen met deze kritiek
  • welke strijd ontstond tussen katholieken en protestanten
  • wat veranderde in de Europese cultuur

Slide 2 - Tekstslide

Katholieke kerk (1)
  • Christelijke kerk

  • Staat onder leiding van de Paus in Rome (vandaar ook wel: Rooms-Katholieke Kerk)

  • Hiërarchisch: er is een duidelijke leider en indeling van macht

  • De mis (kerkdienst) en de Bijbel zijn in het Latijn

Slide 3 - Tekstslide

Katholieke kerk (2)
  • Er staan beelden in de kerk

  • Deze beelden (van bijvoorbeeld heiligen) worden soms ook vereerd

  • Ook relieken (overblijfselen van heiligen) worden vereerd

  • Er zijn magische handelingen en rituelen, zoals: wijn/bloed en brood/lichaam

Slide 4 - Tekstslide

Reformatie (1)
  • Betekent hervorming

  • In dit geval hervorming van de katholieke kerk

  • Begint aan het einde van de middeleeuwen, in de 15e eeuw

  • Protesteren tegen de macht en rijkdom (o.a. door aflaten) van de katholieke kerk

Slide 5 - Tekstslide

Reformatie (2)
  • Belangrijkste hervormers: Maarten Luther en Johannes Calvijn

  • In 1517 komt Luther met 95 stellingen (vooral tegen aflaten)

  • Hij hoopt dat de Paus mee wil denken en de Kerk zal hervormen

  • Luther wordt echter door de Paus in de ban gedaan

Slide 6 - Tekstslide

Waarom heeft Luther succes?
  • Door de uitvinding van de boekdrukkunst kunnen de teksten van Luther snel worden gekopieerd en verspreid.
  • Luther wordt gesteund én beschermd door machtige Duitse vorsten. 
  • De ideeën (van eenvoud en soberheid) spreken veel arme gelovigen aan.
  • Veel gelovigen zijn het niet eens met de aflaten: Luther durft er iets van te zeggen.

Slide 7 - Tekstslide

Gevolgen van de reformatie
  • Splitsing in de christelijke kerk (1517): ontstaan van de protestantse kerken (ook wel: hervormde- of gereformeerde kerk) naast de katholieke Kerk

  • Protestantse kerk spreekt veel (arme) mensen in West-Europa aan.

  • Vervolging van protestanten (ketters)

Slide 8 - Tekstslide

Protestantse kerk
  • Christelijke kerk

  • Er is geen duidelijke leider

  • De mis (kerkdienst) en de Bijbel zijn in de volkstaal

  • Geen beelden en/of verering van heiligen en relieken (is afleiding)

  • Sobere handelingen

Slide 9 - Tekstslide

Hoewel er grote en kleine verschillen zijn...
...horen beide kerken bij de christelijke godsdienst

Slide 10 - Tekstslide

Waar richtte de protestanten zich tegen?
A
De christelijke kerk
B
De katholieke kerk
C
Hervormers
D
Ontdekkers

Slide 11 - Quizvraag

Wat paste volgens Luther niet bij het christelijke geloof?
A
Aflaten
B
Verering van heiligen
C
Bijbel in Latijn
D
Magische handelingen

Slide 12 - Quizvraag

Renaissance
  • Betekent: wedergeboorte van de Griekse en Romeinse kunst en cultuur

     (beeldhouwers, schilders,         

      architecten en schrijvers deden de 

      Grieken en Romeinen na)


  • Periode tussen ongeveer 1450-1600

  • Ontstaan in Italië

Slide 13 - Tekstslide

Waarom in Italië? (1)
  • Veel overblijfselen uit de Romeinse tijd

  • Door handel: meer geld en contacten met andere culturen (Afrika, Midden-Oosten, Azië)

  • Genieten van luxe spullen

Slide 14 - Tekstslide

Waarom in Italië? (2)
  • Rijke Italianen willen kunst (van zichzelf)

  • Kunstenaars krijgen daarom veel geld

  • Kunst wordt daardoor steeds beter

Slide 15 - Tekstslide

Ander mens- en wereldbeeld
  • Memento mori (Gedenk te sterven), wordt carpe diem (Pluk de dag)
  • Mensen gaan meer leven voor het leven nu, en niet voor het leven na de dood

    Ze ontdekten dat schrijvers in de

    oudheid ook zo'n mentaliteit 

    hadden.

  • God en geloof blijven heel erg belangrijk, maar het vertrouwen in de kerk wordt minder

Slide 16 - Tekstslide

Kenmerken van de Renaissance-kunst (1)
  • wedergeboorte van de Griekse- en Romeinse kunst/cultuur

  • realistisch

  • veel details

  • perspectief (weergeven van diepte)

Slide 17 - Tekstslide

Kenmerken van de Renaissance-kunst (2)

  • thema’s: Griekse/Romeinse mythen/sagen, maar ook Bijbelse verhalen

  • naakt

  • observeren, dan pas schilderen

Slide 18 - Tekstslide

Het orgineel:
rond 120 na Chr.
De kopie:
rond 1580 na Chr.

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Anatomie
Kennis van het menselijk lichaam

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Wat betekent Renaissance letterlijk?

Slide 25 - Open vraag

Waarom ontstond de renaissance in Italië?

Slide 26 - Open vraag

Past dit schilderij
bij de renaissance?
A
Ja
B
Nee

Slide 27 - Quizvraag

Leerdoelen
In deze paragraaf leer je:
  • welke kritiek er was op de katholieke kerk
  • hoe machthebbers omgingen met deze kritiek
  • welke strijd ontstond tussen katholieken en protestanten
  • wat veranderde in de Europese cultuur

Slide 28 - Tekstslide