Voortplanting

 Voortplanting
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 4

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

 Voortplanting

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Wanneer is een jongen vruchtbaar?
Voortplantingscellen: zaadcellen
Met een zaadcel en eicel kan een kindje gemaakt worden, vandaar de naam voortplantingscellen.
Zaadcellen zijn mannelijke voortplantingscellen.
Vanaf de puberteit 

Slide 5 - Tekstslide

Wanneer is een meisje vruchtbaar?
Voortplantingscellen: eicellen

Eicellen zijn de vrouwelijke voortplantingscellen.

Wanneer een eicel rijp is, is een meisje vruchtbaar

Vanaf de puberteit tot ongeveer 50 jaar 
(menopauze of overgang)

Slide 6 - Tekstslide

Waaruit bestaat sperma?
A
Zaadvocht en zaadcellen
B
Alleen zaadcellen
C
Prostaatvocht
D
Alleen zaadvocht

Slide 7 - Quizvraag

De zaadblaasjes voegen vocht toe bij de zaadcellen
A
Waar
B
Niet waar

Slide 8 - Quizvraag

Waar worden zaadcellen gemaakt?
A
Bijballen
B
Teelballen
C
Zwellichamen
D
Prostaat

Slide 9 - Quizvraag

Bij een erectie stroomt er veel bloed naar penis. Welke zin klopt?
A
Slagaders en aders vernauwen zich
B
Slagaders en aders staan open
C
Slagaders vernauwen zich, aders staan open
D
Slagaders staan open, aders vernauwen zich

Slide 10 - Quizvraag

Hoe voorkomt een man dat hij plast tijdens een zaadlozing?

Slide 11 - Open vraag

Zoek op in je boek!
Zaadleider
Urineblaas
Zaadblaasje
Prostaat
Zwellichaam
Penis
Bijbal
Zaadbal
Balzak
Urinebuis
Eikel
Voorhuid

Slide 12 - Sleepvraag

Slide 13 - Tekstslide

Wanneer is een vrouw vruchtbaar?
A
Als ze zin in seks krijgt
B
Als de eicellen in haar eierstokken rijpen
C
Vlak voor en na de ovulatie (eisprong)
D
Tijdens de menstruatie

Slide 14 - Quizvraag

Het vrijkomen van een eicel uit de eierstok noemen we
A
Ovulatie
B
Orgasme
C
Innesteling
D
Bevruchting

Slide 15 - Quizvraag

Een eicel heeft geen celkern
A
Waar
B
Niet waar

Slide 16 - Quizvraag

In de eicel bevinden zich ..... chromosomen.
A
2
B
23
C
46
D
geen van de andere antwoorden

Slide 17 - Quizvraag

De clitoris is het meeste gevoelige onderdeel van het vrouwelijke voortplantingsorgaan
A
Waar
B
Niet waar

Slide 18 - Quizvraag

Eileider
Eierstok
Baarmoeder
Urineblaas
Vagina
Clitoris
Kleine schaamlip
Grote schaamlip

Slide 19 - Sleepvraag

Slide 20 - Tekstslide

De dagen rond de ovulatie is de vrouw het meest vruchtbaar
A
Waar
B
Niet waar

Slide 21 - Quizvraag

Slide 22 - Tekstslide

Wat gebeurt er tijdens de bevruchting met de zaadcel en eicel?

Slide 23 - Open vraag