1E : herhaling kleuren / nummers / voorstellen

Doel van deze les:

Je kennis opfrissen:
- kleuren
- getallen 0 - 20
- jezelf voorstellen


1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpaansMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Doel van deze les:

Je kennis opfrissen:
- kleuren
- getallen 0 - 20
- jezelf voorstellen


Slide 1 - Tekstslide

LOS COLORES

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

rojo
azul
verde
negro
blanco
rosa
naranja
amarillo 
marrón
rood
blauw
groen
zwart
wit
roze
oranje
geel
bruin

Slide 4 - Sleepvraag


¿Qué color tiene
la rana?

Slide 5 - Open vraag


¿Qué color tiene
el oso polar?

Slide 6 - Open vraag


¿Qué color tiene
el elefante?

Slide 7 - Open vraag

¿Qué colores tiene
la mariquita?

(2 kleuren)

Slide 8 - Open vraag


¿Qué color tiene
el cerdo?

Slide 9 - Open vraag


¿Qué color tiene
el oso?

Slide 10 - Open vraag

LOS NÚMEROS 0 - 20

Slide 11 - Tekstslide

                                                                  De nummers 0 - 20

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

uno
dos
tres
cuatro
cinco
seis
siete
ocho
nueve
diez
once
doce
trece
catorce
quince
dieciséis
diecisiete
dieciocho
diecinueve
veinte
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20

Slide 14 - Sleepvraag

uno + uno =
A
dos
B
tres
C
cuatro

Slide 15 - Quizvraag

cinco + cinco =
A
siete
B
ocho
C
nueve
D
diez

Slide 16 - Quizvraag

dos + diez =
A
diez
B
once
C
doce

Slide 17 - Quizvraag

once + cuatro =
A
quince
B
dieciséis
C
catorce

Slide 18 - Quizvraag

Maak de reeks af:
dieciséis, diecisiete, diecinueve, ...
A
quince
B
veinte
C
treina
D
catorce

Slide 19 - Quizvraag

Maak de reeks af: cinco, seis, siete, ...
A
cuatro
B
ocho
C
nueve
D
diez

Slide 20 - Quizvraag

JEZELF VOORSTELLEN

Slide 21 - Tekstslide

Welk woord ontbreekt in de vraag "Hoe heet je"?

¿ ____ te llamas?
A
dónde
B
cómo
C
de dónde
D
cuántos

Slide 22 - Quizvraag

Welk woord ontbreekt in de vraag "Waar woon je?

¿ ____ vives?
A
dónde
B
cómo
C
de dónde
D
cuántos

Slide 23 - Quizvraag

Welk woord ontbreekt in de vraag "Waar kom je vandaan"?

¿ ____ eres?
A
dónde
B
cómo
C
de dónde
D
cuántos

Slide 24 - Quizvraag

Welk woord ontbreekt in de vraag "Hoe oud ben je"?

¿ ____ años tienes?
A
dónde
B
cómo
C
de dónde
D
cuántos

Slide 25 - Quizvraag

Welke vraag hoort bij:
Es el 06 02 03 04 07
A
¿Cuántos años tienes?
B
¿Dónde vives?
C
¿Cuál es tu número de teléfono?

Slide 26 - Quizvraag

Welke antwoord hoort bij deze vraag:

¿Qué tal?
A
Muy bien.
B
Me llamo Chantal.
C
Soy de Holanda.
D
Vivo en Huizen.

Slide 27 - Quizvraag

Welke antwoord hoort bij deze vraag:

¿Cómo te llamas?
A
Muy bien.
B
Me llamo Chantal.
C
Soy de Holanda.
D
Vivo en Huizen.

Slide 28 - Quizvraag

Welke antwoord hoort bij deze vraag:

¿Dónde vives?
A
Muy bien.
B
Me llamo Chantal.
C
Soy de Holanda.
D
Vivo en Huizen.

Slide 29 - Quizvraag

Welke antwoord hoort bij deze vraag:

¿De dónde eres?
A
Muy bien.
B
Me llamo Chantal.
C
Soy de Holanda.
D
Vivo en Huizen.

Slide 30 - Quizvraag

Welke antwoord hoort bij deze vraag:

¿Cuántos años tienes?
A
Tengo 12 años.
B
Me llamo Chantal.
C
Soy de Holanda.
D
Vivo en Huizen.

Slide 31 - Quizvraag

De docent stelt je een vraag. 
Geef antwoord in het Spaans.
¿Qué tal?
¿Cómo te llamas?
¿Dónde vives?
¿De dónde eres?
¿Cuántos años tienes?

Slide 32 - Tekstslide

¿Cómo has trabajado hoy en clase?
A
Muy bien:))
B
Bien :)
C
Regular :|
D
Mal :(

Slide 33 - Quizvraag