Medicatieveiligheid (2)

Medicatieveiligheid
1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Medicatieveiligheid

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoel
De student kan in eigen woorden vertellen;
  • Wat bedoeld wordt met medicatieveiligheid
  • veel voorkomende oorzaken medicatiefouten benoemen
  • wat de 5 J's inhoud
  • doel dubbele controle
  • Vertellen wat BEM codering inhoud
  • Quiz vragen medicatieveiligheid beantwoorden

Slide 2 - Tekstslide

Waar denken jullie aan bij medicatie veiligheid?

Slide 3 - Open vraag

Voorbeeld medicatiemissers

  • De dagdienst rapporteert niet dat bij een cliënt vandaag een kies is getrokken. Die krijgt bloed verdunnende medicatie en daardoor ernstig bloedverlies
  • Een verzorgende geeft capsules die zijn bedoeld om mee te vernevelen aan de cliënt om met een glas water in te nemen
  • Een cliënt eet een halve tablet Steradent (voor het reinigen van ge-bitsprotheses). Deze lag namelijk al klaar op zijn nachtkasje.
  • Een cliënt krijgt de medicatie van 12.00 en 14.00 uur niet. Hierdoor heeft zij langer pijn

(Bron Kennisbundel medicatieveiligheid januari 2014)


Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Medicatieveiligheid
  • Wat is het?
  • De veilige principes
  • Waar gaat het om?
  • Oorzaken medicatiefouten
  • Quiz
  • Tips  
  • Opdracht

Slide 6 - Tekstslide

Wat is het?
  • Alle activiteiten die zijn gericht op de juiste voorschrijving, aflevering en het juiste gebruik van geneesmiddelen
  • Gericht op het zo min mogelijk maken van fouten bij medicatie
  • Signaleren van (bijna) fouten
  • Veilige zorg voor de cliënt én veilig werken voor de zorgmedewerker

Slide 7 - Tekstslide

De veilige principes
1.  Voorschrijven
2. Ter hand stellen/afleveren
3.  Opslag/beheer
4. Gereed maken
5. Toedienen en registreren
6. Evaluatie

Slide 8 - Tekstslide

Het uiteindelijke doel
de juiste cliënt
krijgt het juiste medicijn
op de juiste tijd
in de juiste dosering
en op de juiste toedienwijze

Regel van 5

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Waar gaat het om?
  • Wees je bewust van risico’s bij het werken met medicatie
  •  Wat is nu veilig om te doen?
  • Weten waarom iets veilig is
  • Weten wie waarvoor verantwoordelijk is
  • Signaleren en bespreken

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Wat zijn veel voorkomende oorzaken van medicatiefouten?

Slide 13 - Open vraag

Slide 14 - Tekstslide

Veelvoorkomende oorzaken 
  • Menselijke (werkdruk) en organisatorische fouten
  • Geen toedienlijst: niet weten wat te moeten geven
  •  Zelf maken van een medicijnlijstje
  • Geen duidelijke afspraken in het zorgdossier
  • Storingen tijdens het werken met medicatie
  • De instructie is niet duidelijk
  • Medicatie die niet mag worden gemalen wordt toch gemalen
  • Geen goede toedienregistratie


Slide 15 - Tekstslide

Samenwerking
- Alle disciplines hebben hun eigen taken en verantwoordelijkheden in het medicatieproces
- De veilige principes zijn leidraad voor ketenpartners in de VVT sector
- Afspraken worden tussen betrokkenen gemaakt met gezond verstand

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

Welke 5 dingen check je voordat je je cliënt medicatie geeft? Juiste:

Slide 18 - Open vraag

BEM codering
BEM staat voor Beoordeling Eigen beheer
Medicatie. Hiermee wordt ook wel de
medicatiecode  bedoeld.
De BEM codering moet elk half jaar worden
geëvalueerd tijdens het MDO.

Slide 19 - Tekstslide

Dubbele controle

Slide 20 - Tekstslide

Dubbele controle geld niet voor alle medicatie. Medicatie in GDS behoeft geen dubbele controle
Wanneer nodig staat dit aangegeven op de medicatielijst in het zorgdossier.
Vaak is dit het geval bij medicatie als;
 insuline, bloedverdunners als acenecoumarol en opiaten

Slide 21 - Tekstslide

Wie de dubbele controle mag uitvoeren, is beleid van de organisatie. Op basis van de afspraken in de organisatie spreekt de zorgmedewerker af per cliënt wie in die situatie de dubbele controle doet en legt dit vast.
Het verdient de voorkeur dat de cliënt (of mantelzorger) zelf de dubbele controle doet als hij dat kan. Op die manier houdt de cliënt (of mantelzorger) zoveel mogelijk eigen verantwoordelijkheid en is hij goed betrokken bij de zorg.

Slide 22 - Tekstslide

Degene die de dubbele controle doet, moet:

  • In staat zijn om die dubbele controle te doen.
  • Moet weten (zo nodig geleerd worden) wat hij moet controleren.
  • Moet de dubbele controle serieus en met aandacht doen - het gaat immers om risicovolle medicatie, de controle is niet voor niets.

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Vóór het spuiten van insuline, wordt altijd een dubbelcheck uitgevoerd
A
Juist
B
Onjuist

Slide 25 - Quizvraag

Mag de cliënt een dubbelcheck bij risicovolle medicatie uitvoeren?
A
Dit is afhankelijk van het beleid binnen de organisatie
B
Als de cliënt dit op de juiste manier doet, dan mag dat
C
Dit is afhankelijk van het beleid binnen de organisatie en of de cliënt dit op de juiste manier kan doen
D
Nee, een cliënt mag de dubbelcheck niet uitvoeren

Slide 26 - Quizvraag

Hoe mag een dubbelcheck uitgevoerd worden?
A
Alleen samen met een collega die aanwezig is
B
Samen met een collega die aanwezig is of als je zelfstandig werkt via een foto

Slide 27 - Quizvraag

Voor het geven van een bloeddrukverlager (tabletvorm) wordt altijd een dubbelcheck uitgevoerd
A
Juist
B
Onjuist

Slide 28 - Quizvraag

Welke rol heb je als zorgmedewerker als een cliënt medicatie in eigen beheer heeft?
A
Als een cliënt medicatie in eigen beheer heeft, speel ik daarin geen rol
B
Als een cliënt medicatie in eigen beheer heeft, heb ik nog steeds een verantwoordelijkheid

Slide 29 - Quizvraag

Hoe leg je afspraken rond het beheren van medicatie vast?
A
Alle afspraken, taken en verantwoordelijkheden over het beheren van medicatie worden wel vastgelegd in het zorgplan, maar niet altijd met de cliënt of zijn vertegenwoordiger besproken.
B
Alle afspraken, taken en verantwoordelijkheden over het beheren van medicatie worden in overleg met de cliënt of zijn vertegenwoordiger gemaakt en vastgelegd in het zorgplan.
C
Niet alle afspraken, taken en verantwoordelijkheden over het beheren van medicatie worden vastgelegd.

Slide 30 - Quizvraag

Wat is juist?
A
De toedienlijst en het actuele medicatieoverzicht moeten te vinden zijn in het zorgdossier van een cliënt.
B
De toedienlijst moet in het zorgdossier te vinden zijn.
C
Alleen het actuele medicatieoverzicht moet in het zorgdossier te vinden zijn.

Slide 31 - Quizvraag

Als een zorgorganisatie het beheer van medicatie van cliënten heeft overgenomen, is de zorgorganisatie verantwoordelijk voor 'de opslag'. Wat houdt dat in?
A
Het bewaren volgens de juiste bewaarcondities.
B
Het zodanig bewaren dat onbevoegden geen toegang hebben tot de medicatie.
C
Zowel het bewaren volgens de juiste bewaarcondities als het zodanig bewaren dat onbevoegden geen toegang hebben tot de medicatie.

Slide 32 - Quizvraag

Dubbele controle van risicovolle medicatie wordt gedaan om ......
A
de familie gerust te stellen
B
de zorgvrager te controleren op juist medicatiegebruik
C
de veiligheid van de zorgvrager te waarborgen
D
De zorgvrager gerust te stellen

Slide 33 - Quizvraag

Wie levert een actuele medicatie toedieningslijst?
A
De arts
B
De apotheek
C
De verpleegkundige
D
De helpende

Slide 34 - Quizvraag

VRAGEN
Vragen

Slide 35 - Tekstslide