In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Chabo
Sey
Gaby
Djano
Romy
Sara
Gaby
Anouk
Chéden
Kim
Omar
bord
LEG JE BOEK KLAAR en je begrippenlijst
r
a
a
m
Slide 1 - Tekstslide
Absentie
Herhaling vorige les en nakijken
Doel van de les
Doel met uitleg
Opdrachten maken
Nakijken
Doel van de les en afsluiting
Slide 2 - Tekstslide
nakijken blz: 44 - 52
Slide 3 - Tekstslide
Hoofstukopbouw
1. De puberteit
2. Een vrouw
3. Een man
4. Seks enzo
Herhaling 1 - 4
5. Veilig vrijen
6. Zwangerschap
7. Geboorte en Samenhang
8 Soa's
Diagnostische toets
Toets
Slide 4 - Tekstslide
Doelen
- Je kunt methoden van geboorteregeling benoemen.
- Je kunt onbetrouwbare methoden benoemen.
- Je kunt de werking uitleggen van het condoom en de pil.
- Je kunt noodmaatregelen benoemen als er iets is misgegaan.
Slide 5 - Tekstslide
Methoden geboorteregeling
Geboorteregeling: De vrouw bepaalt, vaak met de man, of ze een kind wil of niet.
Slide 6 - Tekstslide
VOORBEHOUDSMIDDELEN
het condoom: Zorg dat je er zelf altijd 1 bij je hebt.
de (anticonceptie)pil: Meest betrouwbaar, maar ook bijwerkingen
onbetrouwbare methoden: 'voor het zingen de kerk uit', periodieke onthouding (geen seks hebben op bepaalde dagen ivm ovulatie)
Slide 7 - Tekstslide
Onbetrouwbare methoden
Periodieke onthouding :
Op het meest vruchtbare moment geen seks (ovulatie)
Nadeel : is gokken wanneer dit precies is
Slide 8 - Tekstslide
Onbetrouwbare methoden
Onderbroken geslachtsgemeenschap :
(voor het zingen de kerk uit)
Seks, net voor de zaadlozing terugtrekken uit de vagina
Nadeel : voorvocht komt al wel terecht in de vagina, hier kan zaad in zitten
Slide 9 - Tekstslide
Betrouwbare methoden
Condoom:
Hoesje van rubber die om de stijve penis wordt gedaan
Eenmalig gebruik
Beschermt ook tegen SOA's
Slide 10 - Tekstslide
Betrouwbare methoden
de Pil :
Bevat hormonen
hierdoor geen ovulatie (eisprong)
3 weken slikken, pauzeweek > menstruatie
Nadeel : beschermt niet tegen soa's
Een keer vergeten? Niet goed beschermd tegen zwangerschap
Heeft ook veel bijwerkingen.
Slide 11 - Tekstslide
Noodmaatregelen
Morning after pil: pil met heel veel hormonen. Kan tot 3 dagen na de geslachtsgemeenschap
Abortus : afbreken van de zwangerschap. Kan tot week 23 in de zwangerschap, daarna levensvatbaar
Slide 12 - Tekstslide
Onderbroken geslachtsgemeenschap (voor het zingen de kerk uit)
A
Betrouwbaar
B
Onbetrouwbaar
Slide 13 - Quizvraag
Periodieke onthouding
A
Betrouwbaar
B
Onbetrouwbaar
Slide 14 - Quizvraag
De pil
A
Betrouwbaar
B
Onbetrouwbaar
Slide 15 - Quizvraag
Op dag 1 t/m 5 heeft een vrouw haar...
A
Ovulatie
B
Menstruatie
Slide 16 - Quizvraag
Hoofstukopbouw
1. De puberteit
2. Een vrouw
3. Een man
4. Seks enzo
Herhaling 1 - 4
5. Veilig vrijen
6. Zwangerschap
7. Geboorte en Samenhang
8 Soa's
Diagnostische toets
Toets
Slide 17 - Tekstslide
Doelen
Je kunt beschrijven hoe de bevruchting bij de mens verloopt.
Je kunt beschrijven hoe een zwangerschap verloopt.
Je kunt beschrijven wat een prenataal onderzoek is.
Slide 18 - Tekstslide
Begrippen
bevruchting: versmelten van de kern van een zaadcel met de kern van een eicel innesteling: een klompje cellen zet zich vast in het baarmoederslijmvlies embryo: kindje dat zich in de eerste weken in de baarmoeder ontwikkelt
Slide 19 - Tekstslide
Begrippen
foetus: kindje in de baarmoeder vanaf de achtste week na de bevruchting tot aan de geboorte
baby: kind na de geboorte
placenta (moederkoek): deel van de baarmoederwand dat voeding en zuurstof levert aan de embryo
Slide 20 - Tekstslide
Doel: Hoe verloopt de bevruchting en de zwangerschap
Slide 21 - Tekstslide
Begrippen
navelstreng: streng die het embryo met de placenta verbindt
vruchtvliezen: vliezen die om de foetus liggen
vruchtwater: vloeistof die het embryo beschermt tegen stoten, tegen uitdroging en tegen wisseling van temperatuur
Slide 22 - Tekstslide
Begrippen
echo: beeld van de foetus in de baarmoeder
prenataal onderzoek: onderzoek om te bepalen of het kindje een aangeboren afwijking of erfelijke ziekte heeft
20-wekenecho: echo waarbij de foetus wordt onderzocht op afwijkingen aan het hart, de hersenen, de organen en de ledematen
Slide 23 - Tekstslide
Doel: Je kunt beschrijven wat een prenataal onderzoek is.
Onderzoek om te kijken of de foetus alles heeft en alles werkt.
Zijn er afwijking?
Er wordt gekeken naar:
hersenen, hart, organen en ledematen.
Klopt het hartje goed?
Doen de nieren het?
Heeft het alle vingers en tenen?
Slide 24 - Tekstslide
Aan de slag met je huiswerk:
Samen lezen en maken:
Blz 53 - 59
Huiswerkcontrole
Slide 25 - Tekstslide
Bij een zaadlozing gaan miljoenen zaadcellen opzoek naar de eicel. Alleen 1 zaadcel kan de eicel bevruchten.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 26 - Quizvraag
Bij een prenataal onderzoek wordt er gekeken of alles in de foetus het doet en of het alles heeft.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 27 - Quizvraag
prenataal betekent na de geboorte
A
Waar
B
niet waar
Slide 28 - Quizvraag
Je kunt tijdens een echo achter het geslacht komen.