Tengo hambre (ik heb honger)
(ik heb geen honger) NO TENGO HAMBRE
Rosa vive en Sevilla (Rosa woont in Sevilla)
(Rosa woont niet in Sevilla) ROSA NO VIVE EN SEVILLA
Estudiamos economía (We studeren economie)
(Wij studeren geen economie) NO ESTUDIAMOS ECONOMÍA
Te quiero (ik hou van je)
(ik hou niet van je) NO TE QUIERO
Me gusta viajar (ik vind reizen leuk)
(Ik vind reizen niet leuk) NO ME GUSTA VIAJAR