Lidwoord en zelfstandig naamwoord
De woorden van een zin kun je indelen in woordsoorten. Deze zin bestaat bijvoorbeeld uit drie woordsoorten:
De kaarsjes branden
- het lidwoord de,
- het zelfstandig naamwoord kaarsjes
- en het werkwoord branden.
Er bestaan drie lidwoorden (lw): de, het, een.
Een lidwoord hoort altijd bij een zelfstandig naamwoord: de olifant, het journaal, een slaapfeestje.
Tussen het lidwoord en het zelfstandig naamwoord kán een ander woord staan: de oude woning, het heerlijke gerecht, een leuk nummer.
Een zelfstandig naamwoord (zn) is een woord voor een mens, dier, plant of ding.
Bijvoorbeeld: verslaggever, goudvis, roos, feeststemming.
- Een zelfstandig naamwoord heeft meestal een enkelvoud en een meervoud (het feest – de feesten).
- Je kunt er vaak een verkleinwoord van maken (het feest – het feestje).
- Je kunt er meestal een lidwoord voor zetten (het feest, een feest, de feesten).
- Een naam is ook een zelfstandig naamwoord: Wilma, Karim, Nickelodeon, Fivelcollege, Sneek, IJssel.