3.2 les 2

1. Duitsland wordt een dictatuur
  • Dictatuur: Een manier van regeren waarbij één persoon of kleine groep alle macht heeft.
  • Persoonsverheerlijking: Een mens als een soort God vereren.
Overzicht: Kenmerken totalitaire staat onder Hitler
2. Gelijkschakeling: de gedachten en het gedrag van de bevolking controleren en aan passen aan de ideeën van de nazi's -> door censuur / propaganda en indoctrinatie
  • Indoctrinatie: Continu je mening en ideeën aan andere op dringen door eenzijdige, partijdige informatie te geven.
  • Hitlerjugend:  jongens leren marcheren en met wapens om te gaan.
  • Bund Deutscher Mädel: meisjes leren hun taak als moeder en huisvrouw
3. Terreur met behulp van de volgende organisaties: 
  • Gestapo: de geheime politie in nazi-Duitsland
  • SA: Knokploegen, zij intimideerden politieke tegenstanders 
  • SS: In het begin een soort lijfwacht
Symbool van de SS
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

1. Duitsland wordt een dictatuur
  • Dictatuur: Een manier van regeren waarbij één persoon of kleine groep alle macht heeft.
  • Persoonsverheerlijking: Een mens als een soort God vereren.
Overzicht: Kenmerken totalitaire staat onder Hitler
2. Gelijkschakeling: de gedachten en het gedrag van de bevolking controleren en aan passen aan de ideeën van de nazi's -> door censuur / propaganda en indoctrinatie
  • Indoctrinatie: Continu je mening en ideeën aan andere op dringen door eenzijdige, partijdige informatie te geven.
  • Hitlerjugend:  jongens leren marcheren en met wapens om te gaan.
  • Bund Deutscher Mädel: meisjes leren hun taak als moeder en huisvrouw
3. Terreur met behulp van de volgende organisaties: 
  • Gestapo: de geheime politie in nazi-Duitsland
  • SA: Knokploegen, zij intimideerden politieke tegenstanders 
  • SS: In het begin een soort lijfwacht
Symbool van de SS

Slide 1 - Tekstslide

Welk begrip past het beste bij de film: 'Der Ewige Jude'?
A
Nationaalsocialisme
B
Communisme
C
Rassenleer
D
Antisemitisme

Slide 2 - Quizvraag




H3 het interbellum 1919-1939




3.2 Duitsland van democratie naar dictatuur

Slide 3 - Tekstslide

Wat gaan we doen
Voorkennis 
Inleiding
Vragen maken
Afronden

Slide 4 - Tekstslide

Het Arische ras
Klik hier
Volgens de Nazi's waren er zes verschillende Arische rassen. Deze poster werd gebruikt op scholen om die verschillen duidelijk te maken. 
Klik hier
De wetenschappers van de nazi's probeerden hun theorie over het Arische ras te bewijzen. Door te meten probeerden ze verschillen tussen joden en Ariërs te vinden. 

Er is in 1938-1939 zelfs een expeditie geweest naar Tibet om de oerariër te kunnen vinden en op te graven.

Wat de nazi's beweren is niet waar. Er is geen wetenschappelijk verschil te vinden tussen 'rassen'. Iedereen die nu leeft is hetzelfde ras mens. We zien er niet allemaal hetzelfde uit maar ons ras blijft hetzelfde. 
Klik hier
Dit is het Arische Noordras. Volgens de Nazi's het beste arische ras dat er is. Blond haar en blauwe ogen. 
Meer weten?
Wil je hier meer over weten klik dan hier. 

Slide 5 - Tekstslide

Propaganda
Propaganda: Film 
Klik voor uitleg
Klik hier
Klik hier als je de Nederlandse versie wilt bekijken.
Klik hier
Dit is: Joseph Goebbels.
Hij was minister van propaganda van de NSDAP.
In hoofdstuk 1 hebben we het al kort over propaganda gehad. Hier een paar voorbeelden van propaganda in de film industrie.
Klik voor uitleg
Klik hier
Dit is een romantische film: Eine Grosse Liebe.
Een liefdesverhaal tussen een gevechtspiloot en een zangeres. 

Slide 6 - Tekstslide

Kort samengevat
Je bent nu in staat op de lesdoelen 1 en 2 van deze paragraaf te beantwoorden. 
Hitler sprak vol passie over het nationaalsocialisme: een stroming die uitgaat van een sterk leiderschap, nationalisme, militarisme en racisme. De volgende kenmerken kun je noemen.
  • Democratie is verkeerd. Er moet een sterke leider komen.
  • Geweld gebruiken is toegestaan.
  • Duitland is geweldig! Nationalisme.
  • Duitsland moet weer een sterk leger krijgen.
  • Haat tegen joden, ookwel antisemitisme.
Antisemitisme is een onderdeel van de rassenleer. Belangrijke woorden die je moet onthouden:
  • Arische ras: Mensen die afstammen van de Germanen. Volgens Hitler stamt hier het Duistse volk van af.
  • Übermenschen: Het Arische ras, het ras dat meer waard was dan andere. Superieur dus.
  • Untermenschen: Mensen die minder waard waren. Volgens Hitler dus de Joden, homoseksuele en gehandicapten. 
Kort samengevat

Slide 7 - Tekstslide

Propaganda: Posters
Klik hier
Deze poster wilt jongeren stimuleren om zich aan te melden bij de Hitlerjugend. 

Wat valt er op?
- Het jongetje heeft blond haar en blauwe ogen. Waar verwijst dat naar?
- De tekst boven aan de poster betekent: ' De jeugd dient de Führer'. 
- De tekst onder aan de poster betekent: ' Alle tienjarige in de hitlerjugend!'. 
Klik hier
Tekst onder aan de poster: Lang leven Duitsland.

Hitler wordt op deze poster als een krachtig leider afgebeeld. Dat komt door de volgende beeld elementen:
  1. Hitler staat centraal in de afbeelding
  2. Hij houd in zijn linkerarm een vlaggenstok met de vlag van nazi's in de lucht,
  3. De adelaar boven het hoofd van Hitler staat symbool voor leiderschap.
  4. Het lijkt bijna alsof de adelaar naar de hemel vliegt, dit komt door het licht. Alsof het god's wil is dat Hitler aan de macht is.
Klik hier
Op deze poster staat:

De Duitse student strijdt voor Führer en volk in de studentenvereniging van de NSDAP.

Ook hier heeft de jongen weer kenmerken van het Arische ras. 

De boodschap is hier dus ook: Sluit je aan bij de organisatie van de NSDAP. 

Slide 8 - Tekstslide

1

Slide 9 - Video

12:30
Aanvulling op het filmpje: 
Hitler vond dat het Duitse volk meer ruimte nodig had en dat alle Duits sprekende volken en gebieden bij Duitsland moesten horen. Lebensraum (Leefruimte) noemt hij dat. 
Hij wilde landen in Oost-Europa veroveren om het Duitse volk die ruimte te geven. De bevolking , untermenschen die daar woonden,  moesten daar weg.

De inname van Oostenrijk-Hongarije wordt de Anschluss (Aansluiting) genoemd. Het overgrote deel van het volk in Oostenrijk-Hongarije vond de inname helemaal niet erg. Zij voelde zich Duits en wilde Hitler graag als leider. 

Slide 10 - Tekstslide

Hoe wordt de overname van Oostenrijk genoemd?
A
Anschluss
B
Conferentie van Munchen
C
Oorlog
D
Appeasement politiek

Slide 11 - Quizvraag

Kort samengevat
  1. Hitler neemt Oostenrijk in. De Anschluss.  
  2. Na het innemen van het Duitse deel van Tsjechoslowkije is Engeland het zat. -> Verdrag van München. Hitler belooft dat hij alleen het duitssprekende deel inneemt. (Sudetenland)
  3. Hitler neemt de rest van Tsjechoslowakije in. Engeland en Frankrijk geven een laatste waarschuwing. Als Hitler nu niet stopt komt er oorlog.
  4. Hitler valt Polen binnen en de oorlog wordt verklaart.

Engeland en Frankrijk blijven steeds waarschuuwen. Ze proberen de vrede te bewaren. Dit heet appeasement politiek. Hitler kan hierdoor veel regeld overtreden. 



Slide 12 - Tekstslide

Maken
Je leest "Dictatuur in Duitsland" en "Hitler en het buitenland" 
Blz. 84, 85 en 86

Je maakt opgaven
6 t/m 11 op blz. 89
timer
15:00

Slide 13 - Tekstslide

Spotprent
klik voor uitleg: Spotprent
Klik hier
Vertaling: De weg naar glorie.
Klik hier
Dit is Hitler. Te herkennen aan zijn snor en het symbool van de Nazi's op zijn arm.
Klik hier
Vertaling: Leiders van de democratie zonder ruggegraat.

Hiermee worden Engeland en Frankrijk bedoeld die niet durven in te grijpen als Duitsland de regels overtreed. 


Stappenplan

1. Het beeld.
Wat zie je? Wat valt er op?

2. Gebeurtenis.
Waar gaat de afbeelding over?

3. Positief of negatief

4. Conclusie
In je boek ga je hier straks verder mee oefenen.

Slide 14 - Tekstslide