- Totale constante kosten (TCK): onafhankelijk van de productieomvang (q)
- Totale variabele kosten (TVK): afhankelijk van de productieomvang (q)
Slide 8 - Tekstslide
Kosten
Totale kosten = totale variabele kosten + totale constante kosten
TK = TVK + TCK
Slide 9 - Tekstslide
De TK functie
TK = 200q+100.000
De variabele kosten per product zijn 200. Deze zijn afhankelijk van de afzet.
De constante kosten zijn 100.000 en onafhankelijk van de afzet.
Slide 10 - Tekstslide
Gegeven: TK= 14q + 235.000 (TK in €, q in stuks) Met hoeveel euro nemen de totale kosten toe als er één product meer wordt geproduceerd?
Slide 11 - Open vraag
Gegeven: TK= 14q + 235.000 (TK in €, q in stuks) Hoe groot zijn de totale constante kosten?
Slide 12 - Open vraag
Gegeven: TK= 14q + 235.000 (TK in €, q in stuks) Bereken de totale kosten bij een productie van 100.000 stuks.
Slide 13 - Open vraag
vul de tabel in als TK = 5q +100 en TO = 20q maak een foto
Slide 14 - Open vraag
Wat valt op?
Slide 15 - Tekstslide
aan de slag
checklist 9.2 maken
taken deze week opgaven 9.6, 9.9, 9.10, 9.11
Slide 16 - Tekstslide
week 6 les 2
we gaan verder met de GTK, GVK en GCK
Je krijgt een opdracht tijdens deze les.
Slide 17 - Tekstslide
(Gemiddelde) totale kosten
De variabele kosten en de constante kosten samen zijn dus de totale kosten
--> TK = TVK + TCK
Bijvoorbeeld TK=5q+10.000
De gemiddelde variabele kosten en de gemiddelde constante kosten zijn samen de gemiddelde totale kosten
--> GTK = GVK + GCK
Slide 18 - Tekstslide
Gemiddeld constante kosten
De gemiddelde kosten, zijn de kosten per product.
TK = GVK.q + TCK
TK = 5q +10.000
GCK = TCK / q --> constante kosten per product zullen dalen als je meer gaat produceren! De constante kosten per product dalen dus als q stijgt. Bekijk de tekening goed!
Slide 19 - Tekstslide
Variabele kosten
3 varianten:
proportioneel als q toeneemt met 10%, neemt TVK toe met 10%
degressief als q toeneemt met 10%, neemt TVK toe met < 10%
progressief als q toeneemt met 10%, neemt TVK toe met > 10%
Slide 20 - Tekstslide
Slide 21 - Tekstslide
Slide 22 - Tekstslide
Gemiddeld variabele kosten per product
De gemiddelde kosten, zijn de kosten per product.
TK = GVK.q + TCK
TK = 5q +10.000
GVK = TVK / q --> variabele kosten per product (in dit voorbeeld zijn de variabele kosten per product dus 5)
Er zijn drie verschillende soorten variabele kosten.
Slide 23 - Tekstslide
GCK dalen bij toename van q
Slide 24 - Tekstslide
Slide 25 - Tekstslide
Bij welke beschrijving past deze grafiek?
A
geen constante kosten, proportioneel variabele kosten
B
constante kosten, progressief variabele kosten
C
constante kosten, proportioneel variabele kosten
D
geen constante kosten, degressief variabele kosten
Slide 26 - Quizvraag
In welke grafiek is geen sprake van proportioneel variabele kosten?
A
B
C
D
Slide 27 - Quizvraag
Gegeven is de kostenfunctie: TK = 134q + 123.000. Er is hier sprake van:
A
alleen constante kosten
B
degressief variabele kosten
C
proportioneel variabele kosten
D
progressief variabele kosten
Slide 28 - Quizvraag
De kosten per product zijn € 5 en er is € 10 aan constante kosten. Hoe ziet de functie eruit?
A
TK = 5q + 10
B
TK = 10q + 5
C
GVK = 5q
D
GCK = 10
Slide 29 - Quizvraag
TK = 0.5q+500. Bij 50 stuks zijn de constante kosten per product?
Wij gebruiken cookies om jouw gebruikerservaring te verbeteren en persoonlijke content aan te bieden. Door gebruik te maken van LessonUp ga je akkoord met ons cookiebeleid.