Introductie

Introductie
Nederlands
Welkom!


1HV
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Introductie
Nederlands
Welkom!


1HV

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoel
Aan het einde van deze les;
  • Weet ik wat van mij verwacht wordt in de lessen Nederlands.
  • Weet ik hoe ik mij moet voorbereiden op de lessen.
  • Weet ik hoe het vak eruit ziet.

Planning
  • Voorstellen
  • Terugblik en verwachtingen
  • Boek bekijken
  • Planning
  • Afsluiting

Slide 2 - Tekstslide

Willem Gaal - WGA
Coach
K1B

Slide 3 - Tekstslide

Voorstellen
Naam
Huisdier(en)
Hobby's

Slide 4 - Tekstslide


2 waarheden, 1 leugen!

Slide 5 - Open vraag

Verzoekje
Als er iets speciaals is dat ik van je moet weten, spreek me aub even aan!!

Slide 6 - Tekstslide

Quiz!
Pak je laptop erbij!

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

In deze quiz wordt je kennis over Nederland getest in een snelle manier, want je zal niet veel tijd krijgen om na te denken! Snel denken dus!

Slide 9 - Tekstslide



Het is de bedoeling dat iedereen voor zich speelt, zeg dus antwoorden vooral niet hardop!
Wie kent Nederland het best?
Veel plezier!

Slide 10 - Tekstslide


Wat is de hoofdstad van Nederland?
A
Rotterdam
B
Amsterdam
C
Den Haag
D
Holland

Slide 11 - Quizvraag

Waar ligt de grootste haven van Nederland?
A
Zeeland
B
Rotterdam
C
Amsterdam
D
Moerdijk

Slide 12 - Quizvraag

Hoeveel provincies heeft Nederland?
A
8
B
10
C
12
D
11

Slide 13 - Quizvraag

Welke bloem zien veel mensen als typisch Nederlands?
A
Narcissen
B
Rozen
C
Buddleias
D
Tulpen

Slide 14 - Quizvraag

In welke stad staan de regeringsgebouwen?
A
Den Haag
B
Amsterdam
C
Rotterdam
D
Utrecht

Slide 15 - Quizvraag

Waar staat de provincie Friesland vooral bekend om?
A
Watersport
B
Het dialect
C
De flag
D
De mensen

Slide 16 - Quizvraag

Welk schoeisel komt uit Nederland?
A
Sandalen
B
Klompen
C
Sneakers
D
Regenlaarzen

Slide 17 - Quizvraag

Is de kerktoren in Bedum schever dan de toren van Pisa?
Wel schever
Niet schever
Sleep de kerktoren van Bedum naar het juiste antwoord.

Slide 18 - Sleepvraag

Waar ligt de bekendste pier van Nederland?
Scheveningen
IJmuiden
Sleep de foto naar het juiste antwoord.

Slide 19 - Sleepvraag

Welk deel van het koninkrijk der Nederlanden ligt buiten Europa?
A
Nieuw Nederland
B
De Antillen der Nederlanden
C
De Antillen
D
De Nederlandse Antillen

Slide 20 - Quizvraag

Wat hiervan is een typisch Fries gerecht?
A
Suikerbrood
B
Roze koeken
C
Friet
D
Sardine

Slide 21 - Quizvraag

Den Bosch heeft een bekend streekgerecht. Hoe heet dit?
A
Bossche bol
B
Bloedbrood
C
Kievitseieren
D
Gebakken griesmeel

Slide 22 - Quizvraag

Waar ligt het 3 landenpunt?
A
Venlo, Limburg
B
Epen, Limburg
C
Mesch, Limburg
D
Vaals, Limburg

Slide 23 - Quizvraag

En de laatste vraag!
Zet 'm op!

Slide 24 - Tekstslide

Welke vlag is van Nederland
A
B
C
D

Slide 25 - Quizvraag

Nederlands                                                                                                                               
Even op een rijtje
Boek A en B
Eerst alleen boek A mee

blz. 4 een overzicht van het boek
Achterin staan stappenplannen

Elke les;
- Lesboek
- Lijntjeschrift
- Pennen en markeerstiften
- Leesboek
- IPad in de tas, tenzij ik anders aangeef
- Lesboek, schrift en pen gelijk op tafel
Opdr. 1
            a
          
  

Opdr. 2
            a
          
  

            Aantekeningen 
-------------------------------------
----tussendoor of achterin----
Opdr. 7
            a
          
  

Slide 26 - Tekstslide

Nederlands                                                                                                                               

Slide 27 - Tekstslide

Huiswerk
Zelfstandig werken

Zoek alvast een leesboek uit.
Zorg dat je al je materialen hebt.




Slide 28 - Tekstslide

Een energizer: "Wie is het?"
Een leerling gaat op de gang staan. 
Samen bespreken we welke leerling er geraden moet worden. De leerling op de gang komt terug en probeert met zo weinig mogelijk gesloten vragen te achterhalen om wie het gaat.

Slide 29 - Tekstslide