Oefentoets 3.1 en 3.2 1kgt

3.1 Monniken en ridders


Tijd van monniken en ridders


500 - 1000 na Christus 


1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

3.1 Monniken en ridders


Tijd van monniken en ridders


500 - 1000 na Christus 


Slide 1 - Tekstslide

De Franken
Nadat de Romeinen weg zijn is er één belangrijke Germaanse stam die dan de baas is in Europa:
De Franken.


Slide 2 - Tekstslide

Wie is de leider van de Franken?

Slide 3 - Open vraag

Slide 4 - Video

Karel vond zichzelf zo belangrijk dat hij zichzelf tot keizer liet kronen door de Paus.

Als iedereen hetzelfde geloof heeft is er geen ruzie, dacht Karel.

Slide 5 - Tekstslide

Karel de Grote was erg gelovig, maar in welk geloof?

Slide 6 - Open vraag

Karel de Grote was keizer van een groot rijk. Hoe zorgde hij ervoor dat hij dit kon besturen?

Slide 7 - Open vraag

Edelen
Karel kan zo'n groot rijk niet alleen besturen.
Een graaf of hertog mag een gebied besturen in ruil voor hulp als er oorlog is.

Slide 8 - Tekstslide

Willibrord 
Monniken moesten mensen bekeren tot het christendom.

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Geestelijken
1. Priesters legden uit hoe mensen moesten leven.

2. Monniken en nonnen leefden afgezonderd in kloosters

Slide 11 - Tekstslide

Geestelijken waren de belangrijkste mensen in de Middeleeuwen. Waarom?
A
Ze konden goed koken.
B
Ze konden lezen en schrijven.
C
Ze konden goed bidden.
D
De priester gaf veel uitleg.

Slide 12 - Quizvraag

Slide 13 - Tekstslide

Heren en Horigen 
Heer: baas van het land.

Horigen: boeren die niet vrij zijn. Ze zijn eigendom van de heer. De heer moet ze wel beschermen!

Slide 14 - Tekstslide

Welk recht hadden de horigen?
A
Bescherming bij gevaar
B
Klusjes doen voor de heer
C
Ze mochten het gebied niet verlaten
D
Belasting betalen aan de heer

Slide 15 - Quizvraag

Wie waren het belangrijkst in de Middeleeuwen?
A
Adel
B
Geestelijken
C
Boeren

Slide 16 - Quizvraag

Waarom waren de geestelijken het belangrijkst?

Slide 17 - Open vraag

Hoe noem je een boer die niet vrij is?
A
Monnik
B
Horige
C
Graaf
D
Heer

Slide 18 - Quizvraag

Leg uit waarom Willibrord belangrijk was voor het Christendom.

Slide 19 - Open vraag

Wat weet jij al over de Islam?
Wat weet jij al
over de Islam?

Slide 20 - Woordweb

Door wie is de islam ontstaan?

Slide 21 - Open vraag

Van welke god kreeg de profeet Mohammed boodschappen door?

Slide 22 - Open vraag

De volgelingen van
de islam zijn...
A
boeddhist
B
christen
C
jihad
D
moslim

Slide 23 - Quizvraag

Mekka is de stad...
A
...waar Mohammed heen verhuisde.
B
...die Mohammed veroverde.
C
...waar Mohammed geboren werd.
D
...die Mohammed nooit bezocht.

Slide 24 - Quizvraag

Waarom is Medina een belangrijke stad voor de moslims?
A
Geboorteplaats van Mohammed.
B
Hier stichtte Mohammed zijn eerste islamitische staat.
C
Werd later de hoofdstad van de islamitische staat.
D
Vanaf hier maakte Mohammed een reis naar de hemel.

Slide 25 - Quizvraag

Hoe noem je de opvolgers van Mohammed? (zij gingen na de dood van Mohammed door met veroveren)

Slide 26 - Open vraag

Succes met de toets!

Slide 27 - Tekstslide