T3 B2 en 3 V

B2 en 3 De microscoop
  • Zitten volgens de plattegrond
  • Spullen op tafel
       Boek, werkboek, schrift
  • Tas van tafel
  • Lees blz. 86 t/m 89
timer
2:00
Kennen/Kunnen
  • Je kunt alle onderdelen van een microscoop benoemen
  • Je kunt uitleggen wat de functie is van de onderdelen van een microscoop
  • Je kunt bepalen met welke vergroting je iets ziet als je de vergroting van oculair en objectief weet
  • Je weet hoe je een microscoop moet gebruiken
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

B2 en 3 De microscoop
  • Zitten volgens de plattegrond
  • Spullen op tafel
       Boek, werkboek, schrift
  • Tas van tafel
  • Lees blz. 86 t/m 89
timer
2:00
Kennen/Kunnen
  • Je kunt alle onderdelen van een microscoop benoemen
  • Je kunt uitleggen wat de functie is van de onderdelen van een microscoop
  • Je kunt bepalen met welke vergroting je iets ziet als je de vergroting van oculair en objectief weet
  • Je weet hoe je een microscoop moet gebruiken

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
  • Herhalen
  • Onderdelen van de microscoop
  • Gebruiken van een microscoop
  • Tijd voor hw
  • Afsluiten

Slide 2 - Tekstslide

Welke volgorde klopt
A
Cel > Weefsel > Orgaan
B
Orgaan > Weefsel > Cel
C
Weefsel > Orgaan > Cel
D
Cel > Orgaan > Weefsel

Slide 3 - Quizvraag

Wat klopt?
A
In een weefsel zitten alleen maar dezelfde soort cellen
B
In een weefsel komen verschillende soorten cellen voor
C
In elk orgaan zit alleen maar 1 soort weefsel
D
Alle organismen hebben organen

Slide 4 - Quizvraag

Adnane zegt: een bacterie is een organisme
Sami zegt: een bacterie is een cel
Selen zegt: een bacterie heeft weefsels
Wie heeft/hebben gelijk?

A
Adnane en Sami
B
Sami en Selen
C
Selen en Adnane
D
Alleen Adnane

Slide 5 - Quizvraag

preparaatklem
grote schroef
kleine schroef
diafragma
voet
oculair
revolver
lamp
tafel
statief
objectief
tubus

Slide 6 - Sleepvraag

Vergroting
  • Oculair : 10x
  • Objectieven
          Rood: 4x
          Geel: 10x
          Blauw: 40x
  • Totale vergroting = oculair x objectief

Slide 7 - Tekstslide

Je gebruikt een microscoop.
Het oculair heeft een sterkte van 5x
Het objectief een sterkte van 40x.
Wat is de totale vergroting die je ziet?

Slide 8 - Open vraag

Wat bekijk je?
Voorwerpglas

Slide 9 - Tekstslide

De microscoop klaarzetten
  1. Vastpakken aan het statief, hand onder de voet
  2. Rode objectief onder de tubus
  3. Tafel helemaal omlaag draaien
  4. Diafragma helemaal open
  5. Lampje aan

Slide 10 - Tekstslide

De microscoop gebruiken
  1. Leg het preparaat onder de klemmen op de tafel
  2. Draai aan de grote schroef tot scherp beeld
  3. Het is nu 40x vergroot
  4. Draai naar het gele objectief
  5. Draai aan de kleine schroef tot scherp beeld
  6. Het is nu 100x vergroot
  7. Draai naar het blauwe objectief
  8. Draai aan de kleine schroef tot scherp beeld
  9. Het is nu 400x vergroot

Slide 11 - Tekstslide

De microscoop opruimen
  1. Rode objectief onder de tubus
  2. Tafel helemaal omlaag draaien
  3. Preparaat wegpakken
  4. Lampje uit
  5. Vastpakken aan statief, hander onder voet

Slide 12 - Tekstslide

Tekenregels
  • Gebruik altijd: potlood en geodriehoek
  • Geodriehoek alleen voor rechte lijnen
  • Maak eerst de twee vakken
  • Schrijf alle informatie erbij
  • Teken wat je ziet, niet wat je moet zien
  • Teken niet alles
  • Teken GROOT
  • Niet schetsen

Slide 13 - Tekstslide

Ga aan de slag met:
  • Lezen blz. 86 t/m  89
  • Maken Opdr. 6, 7, 12, 13 blz. 78

Klaar met het bovenstaande?
  • Verder werken/lezen
  • Samenvatten
  • Ander huiswerk
  • Boek lezen
Zs = Werken in stilte
  • Geen vinger opsteken
  • Vragen: tijdens Zf
  • Stil en stoor niemand
  • Blijf op je plek
timer
5:00

Slide 14 - Tekstslide

Ga aan de slag met:
  • Lezen blz. 86 t/m 89
  • Maken Opdr. 6, 7, 12, 13 blz. 78

Klaar met het bovenstaande?
  • Verder werken/lezen
  • Samenvatten
  • Ander huiswerk
  • Boek lezen
Zf = Werken met fluisteren
  • Geen vinger opsteken
  • De docent komt langs
  • Fluister alleen met de persoon naast je
  • Blijf op je plek

Slide 15 - Tekstslide

Afsluiting
  • Je kunt alle onderdelen van een microscoop benoemen
  • Je kunt uitleggen wat de functie is van de onderdelen van een microscoop
  • Je kunt bepalen met welke vergroting je iets ziet als je de vergroting van oculair en objectief weet
  • Je weet hoe je een microscoop moet gebruiken

Slide 16 - Tekstslide