samenstelling, voor- en achtervoegsel

Nederlands
Telefoon in de telefoontas
Ga naar lessonup.
timer
2:00
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Nederlands
Telefoon in de telefoontas
Ga naar lessonup.
timer
2:00

Slide 1 - Tekstslide

Heeft dit woord een voor- of achtervoegsel?
Waardeloos
A
ja een voorvoegsel
B
ja een achtervoegsel
C
Nee

Slide 2 - Quizvraag

Heeft dit woord een achtervoegsel?

Deurbel
A
ja
B
nee

Slide 3 - Quizvraag

Heeft dit woord een voor- of
achtervoegsel?
dierexperiment
A
ja een achtervoegsel
B
Nee
C
ja een voorvoegsel

Slide 4 - Quizvraag

Wat is een woord met een achtervoegsel?
A
fietstocht
B
smaakvol

Slide 5 - Quizvraag

Kies het juiste achtervoegsel:

gevaar...
A
-ig
B
-lijk
C
-aar
D
-ing

Slide 6 - Quizvraag

Wat betekent het achtervoegsel
-loos? (Bijv. nutteloos)
A
Niet
B
Opnieuw
C
Met veel
D
Zonder

Slide 7 - Quizvraag

Welk woord is geen samenstelling?
A
Broodzak
B
Boomwortel
C
Broedmachine
D
Bedoeling

Slide 8 - Quizvraag

Wat is een samenstelling?
A
Aaibaar
B
Meisjesfiets
C
kapot
D
niks

Slide 9 - Quizvraag

Heeft dit woord een voor- of achtervoegsel?
wansmaak
A
ja een voorvoegsel
B
ja een achtervoegsel
C
nee

Slide 10 - Quizvraag

Heeft dit woord een voor- of achtervoegsel?
smaakvol
A
ja een voorvoegsel
B
ja een achtervoegsel
C
nee

Slide 11 - Quizvraag

Wat is een samenstelling
A
zwaaien
B
wangen
C
springen
D
kaasschaaf

Slide 12 - Quizvraag

Wat is geen samenstelling?
A
dierentuin
B
waterfles
C
computer

Slide 13 - Quizvraag

Welk woord is een samenstelling?
A
lopen
B
opschrijven
C
handschoen
D
zwemmen

Slide 14 - Quizvraag

Kies het juiste voorvoegsel:

...diep
A
her-
B
ge-
C
on-
D
ont-

Slide 15 - Quizvraag

Kies het juiste voorvoegsel:

...dreiging
A
be-
B
ver-
C
on-
D
wan-

Slide 16 - Quizvraag

Wat betekent het voorvoegsel
on-? (Bijv. onnodig)
A
Niet
B
Opnieuw
C
Met veel
D
Zonder

Slide 17 - Quizvraag