HNE Duits M2 Blok 3 week 5 em2a

• Duits
• Middelbare school
• mavo, havo
• Leerjaar 2

Montag 26. Februar 2024

Winter - Woche 9

Herzlich willkommen !

Was machen wir heute

• Was habt ihr im Urlaub gemacht + vorstellen
• Planung bis zum Prüfung
• Grammatik
• Hausaufgaben
• Blooket (Wörter K5: wiederholen)

Wer bin ich?

Im Wochenende, die ganze Woche, am Samstag, Sonntag, Montag, Dienstag, Mittwoch, Donnerstag, Freitag usw...

gelernt.

ausgeschlafen.

einen Ausflug gemacht

bin Ski gefahren.

genetflixt.

bin ins Kino gegangen.

gegessen.

mit Freunden getroffen.

eine Feier gehabt.

Games gespielt.

Sport getrieben.

gefaulenzt.

nichts gemacht.

bin in Ausland gefahren.

Ich heiße / bin - Mein Name ist ...

Ich wohne in ...

Wer bist du und was hast du im Urlaub gemacht?

Planung em2a (2 Stunden pro Woche)

week 9	26-2	St 1: vorstellen + Grammatik K5 St 2: Anfang Kapitel 6 ( Buch B mit)
week 10	4-3	St 1: K6 St 2: K6
week 11	11-3	St 1: Wiederholen Grammatik St 2: formative Prüfung
week 12	18-3	Kein Deutschunterricht
week 13	25-3	St 1: Prüfung K5 + 6 St 2: kein Unterricht
week 14	1-4	St 1: Ostermontag St 2: Mündliche Prüfungen

Welke stof moet je kennen voor de volgende leertoets

*Woordjes K5 + 6 Nederlands > Duits / Duits > Nederlands

*Grammatica: 

      herhalen zwakke werkwoorden + - nieuw -  1 variant (K6)

      herhalen haben/sein 

      - nieuw - bepaald + onbepaald + bezittelijk voornaamwoord 

     (k5 + K6)

Waar gaat je mondeling over?

Je gaat samen met 1 iemand anders een gesprekje voeren (bij uitzondering in 3 tallen). Dit kun je dus voorbereiden. Het gesprekje moet tenminste 3 minuten duren en er moeten 3 van de 6 onderwerpen in voorkomen. De onderwerpen zijn:

jezelf, hobbys, school, familie, eten, huisdieren.

Daarnaast moet je een tekstje voorbereiden (uitspraak wordt beoordeeld) en online inleveren.

Grammatik

Wie war es noch mal?

mannelijk / vrouwelijk / onzijdig

Uitgangen van ein- en kein-

Bij een onbepaald lidwoord (de bezittelijk voornaamwoorden)  en het woord "geen" krijg je afhankelijk van het geslacht van het woord een extra klinker als uitgang

Mannelijk	Vrouwelijk	Onzijdig	Meervoud
er (hij)	sie (zij)	es (het)	sie (zij)
der Mann	die Frau	das Kind	die Leute
ein Mann	eine Frau	ein Kind	keine Leute

	der / die / das	(k)ein / (k) eine
lepel / Löffel
vis / Fisch
cola / Cola
glas / Glas
ijs / Eis
aardappelen / kartoffeln

Übung 18, Seite 151

Hausaufgaben machen

Übung 19 bis 22 (S. 151-152)

Wörter K5

Bis Dienstag