het verband beschrijven tussen de uitrekking en de kracht op een veer
uitleggen hoe je krachten kunt meten met een krachten veer
de zwaartekracht op een voorwerp berekenen als de massa is gegeven
een kracht tekenen met een gegeven krachtenschaal
Slide 3 - Tekstslide
Leerdoelen 3.2
Je kunt:
het verband beschrijven tussen de uitrekking en de kracht op een veer
uitleggen hoe je krachten kunt meten met een krachten veer
de zwaartekracht op een voorwerp berekenen als de massa is gegeven
een kracht tekenen met een gegeven krachtenschaal
Slide 4 - Tekstslide
Uitrekking van veer meten
De opstelling wordt gemaakt zoals de opstelling hiernaast.
Vervolgens worden massas aan de veer gehangen.
Dan wordt de uitrekking gemeten.
Slide 5 - Tekstslide
Uitrekking
De uitwijking van een veer is het verschil in de
positie u vóórdat een gewicht wordt opgehangen en nadat een gewicht wordt opgehangen.
Het gewicht zal de veer een stukje uitrekken, zoals
in de figuur hiernaast te zien is. Hoe zwaarder het
gewicht, hoe groter de uitwijking.
Slide 6 - Tekstslide
Uitrekking
Het gewicht zal de veer een stukje uitrekken, zoals
in de figuur hiernaast te zien is. Hoe zwaarder het
gewicht, hoe groter de uitwijking.
Als de massa 2x zo groot wordt dan wordt de
uitrekking ook 2x zo groot.
Slide 7 - Tekstslide
Veerconstante
De hoeveelheid kracht die nodig is om een veer 1 cm of 1 meter uit te rekken.
Hoe groter de veerconstante des te stugger de veer.
Welke veer is het stugst?
Slide 8 - Tekstslide
Als ik de kracht op een veer 2x zo groot maak, dan wordt de uitrekking ... x zo groot
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Oefening 1
Een veer heeft een lengte van 12 cm.
er wordt een massa aangehangen van 50 gram,
de veer heeft nu een lengte van 15cm.
Hoe groot is u ?
Slide 11 - Tekstslide
Oefening 2
Een blokje heeft een massa van 0,8 N en wordt aan een veer gehangen. De veer rekt 10 cm uit. Bereken de veerconstante in N/m.
Slide 12 - Tekstslide
Oefening 3
Een veer heeft een veerconstante van 7,2 N/cm. Door er een blokje aan te hangen rekt de veer 8,0 cm uit. Bereken de massa van dit blokje in kg.
Slide 13 - Tekstslide
Zwaartekracht
De aarde trekt aan alle voorwerpen.
Je kunt de zwaartekracht van een voorwerp bepalen met de massa.
Massa wordt uitgedrukt in kilogram.
De zwaartekracht wordt uitgedrukt in Newton (N)
Slide 14 - Tekstslide
Zwaartekracht berekenen
Zwaartekracht = Fz
Fg= massa x 10
dus als iets 25 kg weegt op aarde, dan is de zwaartekracht:
25 x 10 = 250 N
Binas tabel 7 formule 9
Slide 15 - Tekstslide
voorbeeld
Wat is de zwaartekracht op een voorwerp van 250 gram?
gegeven: 250 gram = 0,25 kg (want je moet met kg berekenen)
gevraagd: wat is de zwaartekracht
formule: Fz= massa in kg x 10
berekening: Fz= 0,25 x 10 = 2,5
antwoord : 2,5 N
Slide 16 - Tekstslide
Opgave
Jan heeft een zak aardappels van 33 kilogram. Hij wil dit tillen en levert hierbij een spierkracht van 270 N. Bereken de zwaartekracht die werkt op de zak en leg uit of hij deze zak kan tillen.