4ec1 Les 15 kosten- par. 3.1

Welkom
Ga zitten volgens 
de nieuwe 
plattegrond.

1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 4

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

Welkom
Ga zitten volgens 
de nieuwe 
plattegrond.

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welkom
Op tafel: etui, boek, schrift, rekenmachine &wisbordje

Maak de startopdracht zelfstandig in stilte.

Klaar? Lees de leerteksten van 3.1. --> BLZ 74 t/m 77

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Programma
  • Startopdracht - 10 min
  • Voorkennis - 5 min
  • Uitleg - paragraaf 2.4 - 15 min
  • Controle van begrip - 5 min
  • Kennisoverzicht - 2.4 - 10 min
  • Toepassen/ opdrachten maken - 10 min
  • Uitleg - paragraag 3.1  10 min
  • Toepassen/ opdrachten maken - 10 min

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Startopdracht

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
Ik kan de geldfunctie herkennen en beschrijven.

Ik kan uitleggen hoe banken bemiddelen bij vraag en aanbod van geld

Ik kan uitleggen wat de hoogte van rente bepaalt en hoe banken geld verdienen. 

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorkennis

Pak allemaal je WISBORDJE

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf op wat je allemaal kan doen met geld.

Slide 7 - Open vraag

Overeenkomst: privé aansprakelijk
Verschil: één eigenaar en meerdere eigenaren.
Wat betekent de uitdrukking

'Geld moet rollen' ?

Slide 8 - Open vraag

Overeenkomst: privé aansprakelijk
Verschil: één eigenaar en meerdere eigenaren.
Uitleg paragraaf 2.4

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Geldfuncties
Ruilmiddel

Rekenmiddel

Spaarmiddel

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Geld

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nieuw Saldo berekenen

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vraag en aanbod naar geld

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

ECB

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Banken - credit/debit
Saldo : Debet of Credit

Debet rente 

Creditrente

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hypothecaire lening
Lening voor de aankoop van een woning.
De woning dient als onderpand. Bank mag de woning verkopen bij het niet tijdig terugbetalen van de aflossing en rente.

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wisbordjes klaar!

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lenen kost geld door de ... die je moet
betalen.
A
Rente
B
Aflossing
C
Rente en aflossing

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Veel mensen lenen geld voor de aanschaf van een duurzaam
consumptiegoed. Men onderscheidt nog meer motieven om geld te lenen.
Noem nog één ander motief van mensen om geld te lenen.

Slide 21 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Noor heeft € 7.500 geleend van haar bank. Na drie jaar moet ze € 9.000 terugbetalen aan de bank.
Waarom moet ze € 1.500 meer terugbetalen aan de bank?
A
Vanwege administratieve kosten en te betalen rente
B
Vanwege administratieve kosten en te ontvangen rente
C
Vanwege aflossing en administratieve kosten
D
Vanwege aflossing en rente

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Fred kan € 1.000 van zijn broer lenen. Fred heeft met zijn broer afgesproken dat hij twee jaar lang elke maand € 45 aan zijn broer terugbetaalt. Bereken het bedrag van de kredietkosten van deze lening.

Slide 23 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Prijs € 1.798,99. Of 4 jaar lang € 53,95 per maand.
Bereken in één decimaal de kredietkosten in procenten van het te lenen bedrag. Schrijf je berekening op.

kredietbedrag
looptijd
maandbedrag
€ 2.000
24 maanden
€ 94,16

Slide 24 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

a. Betalen van een product in termijnen. Direct eigenaar.
b.  Betalen van een product in termijnen. De winkelier blijft eigenaar van het product totdat de laatste termijn is betaald.
b. Geld lenen tot een bepaald maximum. De afgeloste bedragen mag je weer opnieuw lenen.
d. Je ontvangt het bedrag in één keer en je betaalt een vast bedrag per maand aan aflossing en rente.
1. Huurkoop
2. Koop op afbetaling
3. Doorlopend krediet
4. Persoonlijke lening

Slide 25 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Kennisoverzicht
Wat? Vul het kennisoverzicht in.
Hoe? Zelfstandig met overleg.
Hulp? Overleg met je buur of stel vragen
Klaar? Maak § 2.3 opdracht 2 t/m 12 (blz. 50-53)

timer
10:00

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Toepassen
Wat? Maak § 2.3 opdracht 2 t/m 12 (blz. 50-53)
Hoe? Zelfstandig met overleg.
Hulp? Overleg met je buur of stel vragen
Klaar? Maak de plusopdrachten.
timer
20:00

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Afsluiting

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Pak je agenda
Datum: 
Maken: § 2.3 opdracht 2 t/m 12 (blz. 50-53)
Leren: kennisoverzichten les 1 t/m 3


timer
0:30

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lening € 200. Termijnbedrag voor 24 maanden is € 10,36.
Bereken in één decimaal de kredietkosten in procenten van het te lenen bedrag. Schrijf je berekening op.

Slide 30 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Afsluiting

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Uitleg paragraaf 2.4

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies