Verschijningsvorm-Voorstelling-Vormgeving

De drie V's
Verschijningsvorm
Voorstellingsaspecten
Vormgevingsaspecten
1 / 49
volgende
Slide 1: Tekstslide
Beeldende vormingMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 49 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

De drie V's
Verschijningsvorm
Voorstellingsaspecten
Vormgevingsaspecten

Slide 1 - Tekstslide

Gebruik bij deze les de digitale begrippenlijst www.lambo.nl (en dan inloggen natuurlijk)
Deze les is gebaseerd op de begrippenlijst je boek op pagina 61 en 62.  

Vandaag krijg je uitleg en vragen over
  • Blok 1: Verschijningsvorm
  • Blok 2: Voorstellingsaspecten
  • Blok 7:  Aspecten van de voorstelling



Leerboek Kunstactief

Slide 2 - Tekstslide

1: Verschijningsvorm
Begint met 2 begrippen: autonome en toegepaste kunst. Wat wordt daar volgens jou mee bedoeld?

Slide 3 - Open vraag

1: Verschijningsvorm
vergelijk jouw antwoord met de definities hier:
AUTONOME KUNST
Een ontwerp dat als enig doel heeft kunst te zijn
 zoals een schilderij of beeldhouwwerk.

TOEGEPASTE KUNST
Een ontwerp dat naast kunst ook nog een gebruiksfunctie heeft, zoals een affiche, arcitectuur of designmeubels. 

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

verschijningsvorm
volgens begrippen Lambo

Slide 7 - Tekstslide

welke verschijningsvormen zie je hier?

Slide 8 - Tekstslide

Sleep overige begrippen hierheen!
Sleep verschijningsvormen
hier heen!
Licht
Installatie
architectuur
Silhouet
Affiche
Portret
De vorm van een object
licht-donker-contrast

Slide 9 - Sleepvraag

Je krijgt 2 vragen over dit kunstwerk

Slide 10 - Tekstslide

Is dit een autonoom of toegepast kunstwerk?
A
Autonoom
B
Toegepast

Slide 11 - Quizvraag




open de digitale begrippenlijst via www.lambo.nl 
en ga via verschijningsvormen naar 3D
gebruik de uitleg voor de volgende vraag

Slide 12 - Tekstslide

Een kunstwerk dat in
de lucht hangt en beweegt op wind is een
A
Assemblage
B
Mobile
C
Kinetisch kunstwerk
D
Object trouve

Slide 13 - Quizvraag

Slide 14 - Video

welke verschijningsvorm
zag je?

Slide 15 - Woordweb

2+7 Voorstelling en Vormgeving

Slide 16 - Tekstslide

Je gaat zometeen naar een video kijken
Hier komen de onderstaande begrippen in voor:


Voorstelling
  • Figuratief
  • Realistisch
  • Gestileerd
  • Geabstraheerd
  • Abstract
  • Non-figuratief
Vormgeving
  • Beeldaspecten
  • Ruimte
  • Vorm
  • Licht
  • Compositie
  • Kleur
  • Textuur
  • Plasticiteit
  • Materialen
  • Technieken
  • Hanteringswijze

Slide 17 - Tekstslide

Welke van deze begrippen ken je al?
Ken ik al
Wat was het ook alweer?
Voorstelling
Vormgeving
Figuratief
Gestileerd
Geabstraheerd
Plasticiteit
Textuur
Abstract
Beeldaspecten
Hanteringswijze
Non-figuratief

Slide 18 - Sleepvraag

6

Slide 19 - Video

00:28
Stelt het iets voor?
Dan is het ...
A
Gedetailleerd
B
Half- abstract
C
Figuratief
D
Abstract

Slide 20 - Quizvraag

00:55
Is het realistisch?
Dan is het ...
A
Lijkt net echt
B
Lijkt bijna abstract, maar nog net niet
C
Versimpelde versie
D
Het is abstract

Slide 21 - Quizvraag

02:48
Bij de vormgeving kijk je naar de ...
(meerdere antwoorden mogelijk)
A
Materialen
B
Voorstelling
C
Beeldaspecten
D
Technieken

Slide 22 - Quizvraag

02:53
De beeldaspecten zijn
A
Kleur, vorm, licht en gezichtsuitdrukking
B
Houding en gezichtsuitdrukking
C
Kleur, vorm, licht, ruimte, compositie, textuur
D
Materialen en technieken

Slide 23 - Quizvraag

03:06
Dit zijn materialen:
A
Hout, blokzaag, verstekbak
B
Klei, hout, metaal
C
Klei, hout, metaal, lijm, inkt, kwast en verf
D
Klei, hout, zaag en metaal

Slide 24 - Quizvraag

03:54
Dit zijn technieken:
A
Zaag, verstekbak, breekmesje, schroeven
B
Kleur, vorm, licht, ruimte en compositie
C
Papier, inkt, kwast, plakkaatverf
D
Zagen, schilderen, tekenen, beeldhouwen

Slide 25 - Quizvraag

Sleep de afbeeldingen naar het juiste begrip
Figuratief
Geabstraheerd

Slide 26 - Sleepvraag

Ezelsbruggetje
Zo onthoud je de vormgevingsaspecten!

VLLORKT

Vorm - Licht - Lijn - Ordening(=compositie)- Ruimte - Kleur-Textuur

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Toepassen
Voorstellingsaspect  
Wat zie je voor je?
De rennende hond  en de voeten van een vrouw
Vomgevingsaspect
Welke beeldende truc?
 Lijn : De herhalende lijntjes                                           zorgen voor beweging

Slide 29 - Tekstslide

Voorstellingsaspect?
De grote pompoen
figuratief, want  herkenbaar

Slide 30 - Tekstslide

Vormgevingsaspect?
Noem altijd eerst het beeldaspect uit het rijtje VLLORKT en geef dan een toelichting

Kleur 
: De gele pompoen
of
Vorm : Een organische vorm



Slide 31 - Tekstslide

Doe het zelf

Slide 32 - Tekstslide

Noem nu een voorstellings-
aspect van het schilderij

Slide 33 - Open vraag

Slide 34 - Tekstslide

Noem nu 3 vormgevings
aspecten van het schilderij
en gebruik het ezelsbruggetje

Slide 35 - Open vraag




Bekijk de twee schilderijen goed. 
Hierna volgen vragen over de voorstelling en de vormgeving.
Je moet de overeenkomsten vinden.

Slide 36 - Tekstslide

Wat zijn de overeenkomsten in voorstelling?

Slide 37 - Open vraag

Wat zijn de overeenkomsten in vormgeving? (Eerst beeldaspect dan de uitleg)

Slide 38 - Open vraag




Bekijk de twee schilderijen nog eens 
Welke verschillen zie je in de vormgeving?

Slide 39 - Tekstslide

Welke verschillen in vormgeving? (Eerst beeldaspect dan de uitleg)

Slide 40 - Open vraag




Zoek op wat hanteringswijze (techniek) is via www.lambo.nl (algemeen) want je moet  zo meteen kunnen vertellen wat het verschil in hanteringswijze is tussen deze 2 schilderijen

Slide 41 - Tekstslide

Welke verschil in hanteringswijze ? Toelichten voor beide schilderijen.

Slide 42 - Open vraag




Bekijk de kunstwerken goed. 
Welke verschijningsvormen zie je?

Slide 43 - Tekstslide

Welke verschijningsvorm(en) zie je?

Slide 44 - Open vraag




Bekijk de kunstwerken opnieuw. 
Welke verschillen zie je in de voorstelling en vormgeving?

Slide 45 - Tekstslide

Wat zijn de
verschillen in voorstelling?

Slide 46 - Open vraag

Welke verschillen in vormgeving? (Eerst beeldaspect dan de uitleg)

Slide 47 - Open vraag

lesdoel bereikt?
Als de laatste vragen geen probleem waren dan weet je wat er bedoeld wordt met de 3 V's
Verschijningvorm-Voorstelling-Vormgeving
en kun je gebruik maken van het ezelsbruggetje VLLORKT

Slide 48 - Tekstslide

Slide 49 - Tekstslide