2AHA: Cursus Spelling - Voorbereiding toets

Nederlands
Welkom 2AHA!
Voorbereiding op de les:
- Lesboek, leesboek + schrift op tafel
- Zitten volgens plattegrond
- Inloggen LessonUp
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Nederlands
Welkom 2AHA!
Voorbereiding op de les:
- Lesboek, leesboek + schrift op tafel
- Zitten volgens plattegrond
- Inloggen LessonUp

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies




  1. 10 minuten lezen
  2. Startopdracht
  3. Herhaling spelling
  4. Online oefenen voor toets
  5. Afsluiting
PLANNING

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lezen
Pak je leesboek erbij.
timer
10:00

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Startopdracht
Hieronder staan allerlei schrijfsituaties. Maak een volgorde waarbij de schrijfsituatie waarin spelfouten het minst zijn toegestaan of problemen geven, bovenaan staan:
  1. Schrijfopdracht voor Nederlands
  2. Verslag voor geschiedenis
  3. WhatsApp naar je vader/moeder
  4. Sollicitatiebrief
  5. Artikel op NOS.nl
  6.  Advertentie op Bol.com
  7. Poster voor een bioscoopfilm
  8. Een dagboek
  9. E-mail naar de directeur
  10. Reactie op een YouTubefilmpje
  11. Spiekbriefje
  12. E-mail naar je opa/oma
  13. Tweet
timer
4:00

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarom moet je goed spellen?
  • Een standaardtaal om elkaar te begrijpen, als iedereen maar wat doet snappen wij elkaar niet meer...

  • Je houdt met je taalgebruik rekening met je omgeving. Net zoals bij gedrag en kleding (je gaat niet in je trainingspak naar een bruiloft).

  • Taal- en spellingregels staan soms ter discussie, niet iedereen vindt namelijk hetzelfde (belangrijk). Taal evolueert en spelling ook...

  • In verschillende situaties gebruik je andere taal, een ander register. Zoals we hebben gezien zijn er situaties waarin verzorgd taalgebruik belangrijk(er) is.

  • Je maakt er een goede indruk mee. 




Slide 5 - Tekstslide

https://taalhelden.org/bericht/waarom-zou-je-foutloos-proberen-te-schrijven

Slide 6 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Er volgen nu wat herhalingsvragen

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Heb ik het sexy fokschaap nodig om de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd correct te spellen?
A
Ja
B
Nee

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel persoonsvormen staan er in deze zin?

De gids heeft ons door de grotten geleid.
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel persoonsvormen staan er in deze zin?

Toen hij hoorde dat zijn moeder ziek was, is hij direct naar huis gegaan.
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel persoonsvormen staan er in deze zin?

Een narcis is een bolgewas dat gemakkelijk verwildert.
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Heb je het sexy fokschaap nodig als je de verleden tijd correct wilt spellen?
A
Ja
B
Nee

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Heb je het sexy fokschaap nodig als je de voltooide tijd correct wilt spellen?
A
Ja
B
Nee

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Sleep de werkwoorden naar de juiste vakjes. 
PV TT
VD
belooft
beloofd
gebeurt
veranderd
ontdooit
hervormd

Slide 14 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Het gebeur... regelmatig dat men fouten maakt in werkwoordspelling.
A
gebeurd
B
gebeurt
C
gebeurdt
D
gebeurdde

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Weet je wel wat het beteken.... als je werkwoordspelling echt beheerst!
A
betekend
B
betekent
C
betekende
D
betekente

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Aan het begin van het jaar (besteden, vt) we veel tijd aan werkwoordspelling.
A
besteden
B
besteede
C
besteedden
D
besteeden

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Kies het juiste werkwoord:

"Het vliegtuig ..."
A
land
B
landt
C
lant

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Engelse werkwoorden
hoe schrijf je het volgende werkwoord in de hij-vorm, vt: barbecueën
A
barbecuedde
B
barbecuede
C
barbecuete
D
barbecuette

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Toen hij gisteren niet (antwoorden) (verzuchten) ik dat ik er nu echt klaar mee ben.
A
antwoorde- verzuchtte
B
antwoordde, verzuchtte
C
antwoordde-verzuchte
D
antwoorde-verzuchte

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de correcte spelling?
A
14 jarigen
B
14-jarigen

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de correcte spelling?
A
ex-roker
B
ex roker
C
exroker

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is goed?
A
... om 9 uur s' ochtends.
B
... om 9 uur 's ochtends.

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de juiste spelling
A
Premierre
B
Premiere
C
Premiére
D
Première

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

aanhalingstekens juist gebruikt.
aanhalingstekens onjuist gebruikt.
Mijn 'sportieve' broer zit alleen maar te gamen.
Deze bakker bakt 's ochtends vroeg 'vers' brood.
"Deze tekening is gemaakt door 'Pim'", zei de juf.
"Een kopje thee voor vier euro," zei mijn vader, "wat 'spotgoedkoop'!"

Slide 25 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat: Ga in de online methode aan de slag met de leerstof
Hoe: Trainer online methode
Hulp: Steek je hand op, dan help ik.
Tijd: Tot de laatste 5 minuten van deze les.
Extra: Je mag een muziekje luisteren als je oortjes of een koptelefoon bij je hebt.
Genoeg geofend? Ga aan de slag met je leesautobiografie.
Aan de slag

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies