9.3 Exponentiële en wortelvergelijkingen

• Wiskunde
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3

Vandaag

- Start met vaardigheden

- Uitleg 9.3

- Toepassen 9.3

Schrijf zonder haakjes - op papier

Vul hier het antwoord in op de afgelopen vraag

Stel een formule op door de punten (0,15) en (12,9)

Stel een formule op door de punten (0,15) en (12,9)

1. y = -2x + 15
2. y = 0,5x + 15
3. y = 2x + 15
4. y = -0,5x + 15

Schrijf in de intervalnotatie

Geef je antwoord op de afgelopen vraag

Moeite mee?

Bestudeer pagina 64 opgave T2, T4 en T6

Geef jezelf een aantal opdrachten als extra huiswerk.
Op de toets moet je allerlei soorten vaardigheden beheersen, niet specifiek benoemd in vaardigheden 4. Maar alles wat je tot nu toe gehad hebt.

H9 Vergelijkingen oplossen

9.3

- Exponentiële vergelijkingen

- Wortelvergelijkingen

Exponentiële vergelijkingen

Los op

- Je weet:

- Dus:

- Balansmethode:

3​x−5​​=27

3​3​​=27

x−5=3

x=8

Nu jij:               Los op

- Je weet:

- Dus:

- Balansmethode:

Neem je tijd, probeer zelf eerst op te lossen.

2​4x+1​​=8

Geef jouw oplossing, x =

Los op

- Je weet:

- Dus:

- Balansmethode:

2​4x+1​​=8

2​3​​=8

4x+1=3

x=1

Los op

- Balansmethode:

- Je weet:

- Dus:

7⋅3​x​​=567

3​x​​=81

3​4​​=81

x=4

Nu jij:               Los op

- Balansmethode:

- Je weet:

- Dus:

- ...

3⋅2​5−x​​=3072

Geef jouw oplossing, x =

Los op

- Balansmethode:

- Je weet:

- Dus:

- Balansmethode:

3⋅2​5−x​​=3072

2​5−x​​=1024

2​10​​=1024

5−x=10

x=−5

Let op!

Je kunt nog niet alle exponentiële vergelijkingen oplossen.
In vwo 4 leer je dit met behulp van de grafisch rekenmachine (het snijpunt vinden van twee grafieken) en in vwo 5 leer je dit met behulp van logaritmen.
Zowel wiskunde A als B.

Wortelvergelijkingen

Los op 

- Je weet:

- Dus:

- Balansmethode:

√​125−4x​​​=7

√​49​​​=7

125−4x=49

4x=76

x=19

Los op 

- Balansmethode:

- Je weet:

- Dus:

42−3√​x​​​=24

3√​x​​​=18

√​x​​​=6

√​36​​​=6

x=36

Nu jij:               Los op

- Balansmethode:

- Je weet:

- Dus:

- ...

100−√​​2​​1​​d+8​​​=78

Geef jouw oplossing, x =

Nu jij:               Los op

- Balansmethode:

- Je weet:

- Dus:

- Balansmethode:

Let op laatste stap delen door 1/2 of vermenigvuldigen met 2. 

100−√​​2​​1​​d+8​​​=78

√​​2​​1​​d+8​​​=22

√​22​2​​​​​=22(√​484​​​=22)

​2​​1​​d+8=484

​2​​1​​d=476

d=952

Hoe denk je dat je deze stof nu beheerst?
1 = slecht 10 = uitstekend

110

Welke begrippen zijn er
blijven hangen?

Succes met de opgaven!

Maak minstens 20, 23, 24
en gerust meer indien je dit nodig hebt.