Leg je huiswerk op de hoek van je tafel (opdracht 2, 3 en 4 op bladzijde 28)
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1
In deze les zitten 16 slides, met tekstslides.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Welkom!
Ga rustig op je plek zitten
Leg al je boeken op tafel
Leg je huiswerk op de hoek van je tafel (opdracht 2, 3 en 4 op bladzijde 28)
Slide 1 - Tekstslide
10 min lezen uit je leesboek
Slide 2 - Tekstslide
Tekstdoelen les 2
Slide 3 - Tekstslide
Wat gaan we doen vandaag?
Huiswerk bespreken
Wat weet je nog?
Theorie
Werken aan de opdracht
Aan het einde van de les heb je geleerd welke doelen een schrijver kan hebben met een tekst.
Slide 4 - Tekstslide
Huiswerk bespreken
opdracht 2, 3 en 4 op bladzijde 28
Slide 5 - Tekstslide
Wat weet je nog?
Slide 6 - Tekstslide
Wat weet je nog?
Wat is het doel van een betoog?
Wat is het doel van een procedure?
Wat is het doel van een verhaal?
Schrijf een korte tekst waarin het doel overtuigen is.
Slide 7 - Tekstslide
Theorie
Slide 8 - Tekstslide
Theorie
Welke drie hoofdtekstsoorten zijn er?
Binnen deze drie kunnen teksten verschillende doelen hebben.
Beschrijven hoe een fiets werkt, instrueren hoe je een fiets bouwt, mensen oproepen om de fiets te pakken i.p.v. de auto
Slide 9 - Tekstslide
Tekstdoelen
Een auteur wil iets bereiken bij zijn lezer. Elke tekst heeft dus een tekstdoel.
Bij elke tekstsoort en bijbehorende tekstdoel passen verschillen de tekstvormen. Tekstvormen zitten niet altijd vast aan één tekstdoel.
Een krantenartikel kan een verslag zijn van een nieuwsgebeurtenis (informerend), maar kan ook een betoog bevatten over een actueel onderwerp (waarderend)
Slide 10 - Tekstslide
Doel
Tekstvorm
Verhalende tekstsoorten
Vertelling
delen van persoonlijke ervaringen en gebeurtenissen
gesprek, dagboek, persoonlijk verslag, blog
Verhaal
vermaken of tot nadenken aanzetten door een verhaal te vertellen
kort verhaal, fabel, mop, roman sprookje stripverhaal, filmscenario
Slide 11 - Tekstslide
Doel
Tekstvorm
Informerende tekstsoorten
verslag
een zaak of verschijnen beschrijven en orderenen
werkstuk, verslag van proefje, onderzoeksverslag, logboek
procedure
instructie geven en beschrijven hoe je iets moet doen