Een feit is: iets dat waar is en wat je kunt controleren. Iets wat bekend is en wat iemand echt weet.
Een mening is: iets wat iemand ergens over vindt.
Argumenten zijn: redenen waarom je iets vindt.
Figuurlijk taalgebruik is: niet letterlijk nemen wat iemand zegt (bv. 'zij is een grijze muis', 'ik heb vlinders in mijn buik', 'ik praat tegen de muur')