4K NEGATIONS

Happy Tuesday!
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 3,4

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Happy Tuesday!

Slide 1 - Tekstslide

Negations

Slide 2 - Tekstslide

Negations 
Als je wilt zeggen dat iets niet zo is, maak
je een ontkenning. In het Engels gebruik
je hiervoor het woord not.
Als er in een zin een vorm van be (am, are, is, was, were)
staat, dan maak je een ontkenning door
daar not of n’t achter te zetten.

Slide 3 - Tekstslide

Examples:
I am not an expert on this.
Hugh isn’t my cousin, he’s my brother.                           is not
They aren't very funny.                                                           are not
It wasn’t a very good book.                                                  was not
We weren’t at the swimming pool.                                   were not

Slide 4 - Tekstslide

Ontkenningen met have got of met de present perfect maak je door not of  n’t achter have of has te zetten. 

Kim has got a new skateboard.                       Kim hasn’t got a new skateboard.
Laura has broken her wrist.                              Laura hasn’t broken her wrist

Slide 5 - Tekstslide

Ontkenningen met hulpwerkwoorden zoals can, could, will, should, may, might, must, ought to maak je door not achter het hulpwerkwoord te zetten. 

You may not leave fifteen minutes early.
You should not listen to them!
Monkeys can’t climb trees.
They won’t be here on time.
We mustn’t be late tonight!

Slide 6 - Tekstslide

Bij andere werkwoorden zet je don’t, doesn’t of didn’t voor het hele werkwoord.

She likes the way I arranged the photos.                                  
She doesn’t like the way I arranged the photos.

We went to the café around the corner.
?


Slide 7 - Tekstslide

Bij andere werkwoorden zet je don’t, doesn’t of didn’t voor het hele werkwoord.

She likes the way I arranged the photos. 
She doesn’t like the way I arranged the photos.

We went to the café around the corner.
We didn’t go to the café around the corner.

Slide 8 - Tekstslide

I go home after my classes.
Maak deze zin ontkennend
A
I don't go home after my classes.
B
I doesn't go home after my classes.

Slide 9 - Quizvraag

Maak deze zin ontkennend:
He is very happy.

Slide 10 - Open vraag

My brother and sister live at home.
De ontkenning maak je met:
A
don't
B
doesn't
C
didn't

Slide 11 - Quizvraag

Hoe zeg je dat de thee niet warm is?

Slide 12 - Open vraag

Kendra ....... buy a new skirt.
De ontkenning maak je met:
A
don't
B
doesn't
C
didn't

Slide 13 - Quizvraag

Maak deze zin ontkennend:
We have been to Spain

Slide 14 - Open vraag

Hoe zeg je dat Amy niet over haar broer praat?

Slide 15 - Open vraag

Maak deze zin ontkennend:
She works at the library

Slide 16 - Open vraag