1.a van letters tot kennis

1.a Van letters tot kennis
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

1.a Van letters tot kennis

Slide 1 - Tekstslide

Programma
-Introductie
10 min
-Aankomende periode
10 min
-Van letters tot kennis
15 min
-Oefenen
25 min

Slide 2 - Tekstslide

Introductie
-Wie ben ik?
-Wie zijn jullie?
-Kort introductiespel.

Slide 3 - Tekstslide

Wie ben ik?
Mevrouw Bogaard

Slide 4 - Tekstslide

Wie zijn jullie?
Noem je naam en vertel een gek feitje over jezelf.
Ik begin!

Slide 5 - Tekstslide

Introductiespel
Ga op volgorde staan van ....

Slide 6 - Tekstslide

Komende periode

Slide 7 - Tekstslide

Leerdoelen
Wat behandelen we vandaag?

  • Je weet wat het betekent om geletterd te zijn;
  • Je kan vormen van geletterdheid herkennen en benoemen;
  • Je kan vormen van geletterdheid toelichten en uitleggen wat het belang is van geletterd zijn;
  • Je kan zelf nadenken over geletterdheid en hierover een tekst schrijven of een tekening maken.

Slide 8 - Tekstslide

Hoeveel woorden kende je toen je aan de bassisschool begon ongeveer?

Slide 9 - Open vraag

Hoeveel woorden ken je nu ongeveer?

Slide 10 - Open vraag

Hoeveel woorden ken je als je straks volwassen bent ongeveer?

Slide 11 - Open vraag

Geletterdheid
Geletterdheid --> iemand die kan lezen en schrijven, iemand met letterkennis. Ook wel alfabeet
Geletterdheid --> iemand die heel veel gelezen heeft en veel algemene kennis heeft. 
Met opbouwen van kennis ben je op de basisschool al begonnen door te lezen over geschiedenis en natuur. 

Slide 12 - Tekstslide

Waarom is het belangrijk om geletterd te zijn?

Slide 13 - Woordweb

Maatschappij
Kunnen lezen en schrijven is een belangrijke voorwaarde om deel te nemen aan de maatschappij. Veel informatie krijg je namelijk schriftelijk. 
Digitale geletterdheid --> weten hoe computers, smartphones, programma's en apps werken, je weg vinden op internet: juiste informatie vinden, weten of een website veilig of betrouwbaar is. 



Slide 14 - Tekstslide

Als je veel weet, beleef je meer.
A
eens
B
oneens

Slide 15 - Quizvraag

Beleving
Kennis heb je nodig om de wereld te leren kennen en begrijpen. Hoe meer kennis je hebt, hoe groter de wereld wordt. 
In de maatschappij is het handig als j over veel onderwerpen al wat basiskennis hebt, en dat leer je op school. 

Slide 16 - Tekstslide

Woordenschat
De woordenschat van de Nederlandse taal is eindeloos. Elke dag komen er nieuwe woorden bij. 
Oneindig veel mogelijkheden met 26 letters. Ons brein maakt van die combinatie van tekens betekenis. 

Slide 17 - Tekstslide

Toepassing
Stel je voor: een buurvrouw vraagt je om hulp en vertelt dat zij niet of nauwelijks kan lezen. 
Tegen welke dagelijkse problemen loopt je buurvrouw aan? 
Bedenk minimaal drie voorbeelden en noem er één als ik je naam noem. Een gegeven voorbeeld mag niet nogmaals benoemd worden.

Slide 18 - Tekstslide

Toepassing
Stel je voor: een buurvrouw vraagt je om hulp en vertelt dat zij niet of nauwelijks kan lezen. 
Bekijk onderstaande situaties. Zou je buurvrouw zich kunnen redden? Leg uit als ik je naam noem.

-op Netflix een film of serie uitzoeken;
-de gebruiksaanwijzing van een nieuw apparaat doornemen;
-een treinkaartje kopen bij de automaat;
-met het openbaar vervoer reizen;
-een nieuwe smartphone in gebruik nemen.

Slide 19 - Tekstslide

Toepassing
Stel je voor: een buurvrouw vraagt je om hulp en vertelt dat zij niet of nauwelijks kan lezen. 
Bekijk onderstaande situaties. Hoe zou de buurvrouw zich voelen? Leg uit als ik je naam noem.

-op Netflix een film of serie uitzoeken;
-de gebruiksaanwijzing van een nieuw apparaat doornemen;
-een treinkaartje kopen bij de automaat;
-met het openbaar vervoer reizen;
-een nieuwe smartphone in gebruik nemen.

Slide 20 - Tekstslide

Oefeningen
Wie?
Zelfstandig.
Wat?
Hoofdstuk 1 paragraaf a, van letters tot kennis, opdracht 3, 5 en 6. 
Hoe?
Oefenboek blz 8-9.
Handboek blz 10-11.
Hulp?
Docent.
Tijd?
Tot 11.10.
Uitkomst?
Je beheerst de leerdoelen.
Klaar?
Lezen handboek 138-139.

Slide 21 - Tekstslide

Welke leerdoelen beheers je nu?
Deze leerdoelen beheers ik nu al
Deze leerdoelen beheers ik nog niet. Dus ga ik hier nog mee verder oefenen/lezen. Anders vraag ik hulp aan de docent.
Je weet wat het betekent om geletterd te zijn



Je kan vormen van geletterdheid herkennen en benoemen.
Je kan zelf nadenken over geletterdheid en hierover een tekst schrijven of een tekening maken.
Je kan vormen van geletterdheid toelichten en uitleggen wat het belang is van geletterd zijn

Slide 22 - Sleepvraag