- één lees leest de vraag. - de ander doet het boek dicht en geeft zelf antwoord. Je mag ook zelf een antwoord bedenken met als/terwijl/omdat/voordat/nadat
Draai de rollen om
Slide 17 - Tekstslide
Welke landschappen zijn van Nederland?
In welke landen zullen de andere landschappen horen?
Slide 18 - Tekstslide
Opdrachten 92 & 93
Lees samen tekst A
Bespreek de vragen over wie? Welk land? Maak zinnen met de afbeeldingen 'Er is.../Er zijn...'