Staal woordenschat thema 6 les 1
1 / 21
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Wat betekent:
Het eigen belang?
Het eigen belang?
Slide 2 - Open vraag
Wat betekent:
Falen?
Falen?
Slide 3 - Open vraag
Wat betekent:
Gevierd?
Gevierd?
Slide 4 - Open vraag
Wat betekent:
Heldhaftig?
Heldhaftig?
Slide 5 - Open vraag
Wat betekent:
Heroïsch?
Heroïsch?
Slide 6 - Open vraag
Wat betekent:
het initiatief?
het initiatief?
Slide 7 - Open vraag
Wat betekent:
de lofzang
de lofzang
Slide 8 - Open vraag
Wat bekentent:
nastreven?
nastreven?
Slide 9 - Open vraag
Wat betekent:
Nomineren?
Nomineren?
Slide 10 - Open vraag
Wat betekent:
onovertroffen?
onovertroffen?
Slide 11 - Open vraag
Wat betekent:
ophemelen?
ophemelen?
Slide 12 - Open vraag
Wat betekent:
zich opofferen?
zich opofferen?
Slide 13 - Open vraag
Wat betekent:
rebels?
rebels?
Slide 14 - Open vraag
Wat betekent:
tegendraads?
tegendraads?
Slide 15 - Open vraag
Wat betekent:
Uitmuntend?
Uitmuntend?
Slide 16 - Open vraag
Wat betekent:
de verdienste?
de verdienste?
Slide 17 - Open vraag
Wat betekent:
vereren?
vereren?
Slide 18 - Open vraag
Wat betekent:
op een voetstuk plaatsen?
op een voetstuk plaatsen?
Slide 19 - Open vraag
Wat betekent:
volharden?
volharden?
Slide 20 - Open vraag
Wat betekent:
voordragen?
voordragen?
