Doelgroepen Verslaafden

Les 6 Sociaal werk en doelgroepen - verslaafden
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
WelzijnMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Les 6 Sociaal werk en doelgroepen - verslaafden

Slide 1 - Tekstslide

Planning vandaag
- Lesdoelen
- Voorkennis verslaving
- Theorie doelgroep verslaafden
- Casusopdracht
- Theorie oorzaken, behandeling en verslavingszorg
- Waar of niet waar?
- Opdracht verslavingszorg
- Stellingen
- Evalueren en afronden
 

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen
- Je benoemt de kenmerken van de doelgroep verslaafden 
- Je benoemt het verschil tussen een middel- en een gedragsverslaving
- Je benoemt van drie verschillende organisaties in Nederland wat zij doen binnen de verslavingszorg

Slide 3 - Tekstslide

Welke verslaving(en) ken je?

Slide 4 - Woordweb

Wanneer is iemand verslaafd?

Slide 5 - Open vraag

Wat is een verslaving?
Een verslaving is een toestand waarin een persoon fysiek en/of mentaal van een gewoonte of middel afhankelijk is.

Slide 6 - Tekstslide

Je spreekt van een verslaving, als je
  • niet meer zonder een middel kunt
dus lichamelijk of psychisch steeds meer nodig hebt van een bepaald middel om hetzelfde effect te bereiken, er is sprake van hunkering of craving
  • ontwenningsverschijnselen krijgt als je niet gebruikt
lichamelijke verschijnselen, zoals zweten of trillen
geestelijke verschijnselen zoals onrustig zijn of in paniek raken als je niet gebruikt
  • meer dan de helft van de dag bezig bent met door erover te denken, het te verkrijgen of daadwerkelijk te gebruiken
  • tolerantie voor het middel

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Soorten verslaving
- Verslaving aan middelen (lichamelijk)
- Verslaving aan gedrag (geestelijk)

Slide 9 - Tekstslide

Wat hoort bij middelen en wat bij gedrag?
gedrag
Middelen

Slide 10 - Sleepvraag

Wat zijn mogelijke
oorzaken van een verslaving?

Slide 11 - Woordweb

Casus opdracht
  • We verdelen de klas in drie groepen
  • Elke groep krijgt één casus over verslaving
  • Beantwoord de drie vragen over deze casus met je groep
  • Tijd: 10 minuten

Slide 12 - Tekstslide

Nabespreken casusopdracht
Casus 1: Cocaïneverslaving onder jonge professionals
Casus 2: Juul's ketamineverslaving
Casus 3: Toename van gameverslaving bij jongeren

- Wat zijn de onderliggende oorzaken?
- Rol als sociaal werker?
- Naar welke instantie zou je doorverwijzen?

Slide 13 - Tekstslide

Oorzaken van verslaving
1) Biologische factoren: erfelijkheid, veranderingen in de hersenen door langdurig gebruik en ontwenningsverschijnselen
2) Psychologische factoren: trauma, stress, persoonlijkheidsfactoren 
3) Sociale en omgevingsfactoren: opvoeding en gezinssituatie, sociale druk en maatschappelijke factoren

Slide 14 - Tekstslide

Opdracht sociale kaart verslavingszorg en soorten behandeling
1) Zoek twee organisaties in Nederland die zich preventief inzetten voor verslaving in Nederland. Zet per organisatie wat zij doen.


2) Zoek twee organisaties in Nederland die residentiële zorg (opname van 24 uur of langer) bieden aan verslaafden in Nederland. Kan je bij deze organisatie vinden wanneer iemand kan worden opgenomen?
3) Zoek drie behandelmethodes die worden aangeboden aan verslaafden in Nederland? Schrijf er kort bij wat die behandelmethode inhoudt.

Hoe? In tweetallen
Tijd: 15 minuten


Slide 15 - Tekstslide

Soorten verslavingszorg
- Ambulante zorg: Behandelingen bestaan uit gesprekken met een psycholoog of verslavingsarts, cognitieve gedragstherapie (CGT) en soms medicatie.
- Dagbehandeling / deeltijdbehandeling: Cliënten komen meerdere keren per week naar een kliniek voor therapie en groepssessies, maar blijven thuis wonen. Wordt vaak ingezet als ambulante zorg niet voldoende is.
- Klinische opname (afkickkliniek): Voor mensen met een ernstige verslaving of als eerdere behandelingen niet voldoende hebben gewerkt. Opname in een afkickkliniek duurt gemiddeld 6 tot 12 weken.
Behandelingen kunnen bestaan uit detox, individuele therapie, groepstherapie en medicatieondersteuning.
- Medicatie: Soms wordt medicatie ingezet om ontwenningsverschijnselen te verminderen of cravings te onderdrukken.
- Zelfhulpgroepen en ervaringsdeskundige begeleiding: Groepen zoals de Anonieme Alcoholisten (AA) of verslavingscoaches die zelf ervaring hebben met verslaving.

Slide 16 - Tekstslide

Waar of niet waar?
Er volgen een aantal feiten en fabels over verslaving, geef aan of je denkt dat het waar is of niet waar!

Slide 17 - Tekstslide

"Je kunt na één keer drugs gebruiken meteen verslaafd raken."
A
Waar
B
Niet waar

Slide 18 - Quizvraag

"Ecstasy is de op één na meest gebruikte drug in Nederland."
A
Waar
B
Niet waar

Slide 19 - Quizvraag

"Totaal zijn rond de 2 miljoen mensen in Nederland verslaafd."
A
Waar
B
Niet waar

Slide 20 - Quizvraag

"Van alle leerlingen van 12 tot en met 16 jaar in het voortgezet onderwijs heeft ongeveer een kwart ooit een vape gebruikt."
A
Waar
B
Niet waar

Slide 21 - Quizvraag

"Drugsgebruik het hoogst bij jongvolwassenen, mannen en hoogopgeleiden"
A
Waar
B
Niet waar

Slide 22 - Quizvraag

Stellingen
Er volgen nu een aantal stellingen over verslaving, geef aan of je het ermee eens bent of juist niet

Slide 23 - Tekstslide

"Een verslaving is een
keuze, geen ziekte"
Mee eens
Neutraal
Niet mee eens

Slide 24 - Poll

"Straffen voor drugsgebruikers helpen meer dan hulpverlening."
Mee eens
Neutraal
Niet mee eens

Slide 25 - Poll

"Het legaliseren van drugs in Nederland zorgt er ook voor dat er meer verslaafden zijn."
Mee eens
Neutraal
Niet mee eens

Slide 26 - Poll

"Een verslaafde die weigert hulp te accepteren,
zou verplicht opgenomen moeten worden."
Mee eens
Neutraal
Niet mee eens

Slide 27 - Poll

Uitleg toetsopdracht
  •  In deze toetsopdracht ga je je alleen of in een tweetal  je verdiepen in een doelgroep.De doelgroepen zijn: jongeren, ouderen, vluchtelingen, dak- en thuislozen, mensen met een licht verstandelijke beperking (lvb) en verslaafden.
  • Werkwijze: kies een presentatiemiddel zoals een filmpje, quiz, spel, PowerPointpresentatie, Canva, Prezi, enz.
  • Je verwerkt hierin de onderstaande punten:
- De kenmerken van de doelgroep
-Voor minimaal 5 van de 7 leefgebieden zijn de uitdagingen van de doelgroep benoemd.
- Beschrijf het sociale netwerk van de doelgroep.
- Er is benoemd hoe de sociaal werker de doelgroep kan ondersteunen.
Duur presentatie: 5 tot 8 minuten


Slide 28 - Tekstslide

Zou jij zelf met deze doelgroep willen werken later?
Ja
Weet ik niet zeker
Nee

Slide 29 - Poll

Hoe vond jij deze les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 30 - Poll

Op een schaal van 1 tot 10, hoe interessant vond je dit onderwerp?
110

Slide 31 - Poll

Bedankt!

Slide 32 - Tekstslide