les 1 thema 6 (vr 14 april)

Welkom
Mobiel uitzetten en in de tas doen.
Rustig op je eigen plek gaan zitten.
Je laptop vast opstarten en je aanmelden bij lessonup.
Daarna je laptop omdraaien met het beeldscherm naar mij toe.
Als de timer op 0 staat start de uitleg en zit je klaar.

timer
1:00
1 / 50
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 50 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Welkom
Mobiel uitzetten en in de tas doen.
Rustig op je eigen plek gaan zitten.
Je laptop vast opstarten en je aanmelden bij lessonup.
Daarna je laptop omdraaien met het beeldscherm naar mij toe.
Als de timer op 0 staat start de uitleg en zit je klaar.

timer
1:00

Slide 1 - Tekstslide

Deze les
-Terugblik repetitie en extra 0,5 punt.   
-Uitleg leerdoelen deze week. (thema 6 = boek B)  
-Opdrachten maken
-Afsluiten; hoe is het deze les gegaan, wat heb je geleerd? 

Slide 2 - Tekstslide

De toets
-Welke vragen had je wel en welke had je niet verwacht?
-Wat ga je bij de volgende toets anders doen?

Resultaten: 
Gem: 7  (met 7 x 0,5 er bij) 
Laagst: 4,5 (zonder 0,5 er bij) 
Hoogst: 9,6 (met 0,5 er bij)
Na de uitleg kun je de toets inzien.

Slide 3 - Tekstslide

De leerdoelen voor deze week: 
-Je kunt de invloeden op organismen indelen in biotische en abiotische factoren.
-Je kunt de niveaus van de ecologie beschrijven.
-Je kunt in een ecosysteem de voedselrelaties aangeven.


Slide 4 - Tekstslide

Waar gaat thema 6 over?
Ecologie en duurzaamheid.
Wat weten jullie er al vanaf? 
Dat mag je laten zien in de volgende vragen.

Slide 5 - Tekstslide

Waar gaan we het bij thema ecologie en duurzaamheid over hebben denk je?

Slide 6 - Open vraag

Waarom is dit onderwerp belangrijk?

Slide 7 - Open vraag

Waarom is dit onderwerp veel in het nieuws?

Slide 8 - Open vraag

ecologie

Milieu=leefomgeving


Het milieu en de organismen daarin beïnvloeden elkaar.

Het deel van de biologie dat de relaties tussen organismen en hun milieu onderzoekt, heet ecologie.


Slide 9 - Tekstslide

Wat bestuderen we in de ecologie?
A
In de ecologie bestuderen we alle relaties (betrekkingen) tussen organismen en hun milieu
B
In de ecologie bestuderen we een milieu
C
In de ecologie bestuderen we de invloeden die afkomstig zijn van de levende natuur
D
A en B zijn beide goed

Slide 10 - Quizvraag

-Je kunt de niveaus van de ecologie beschrijven.

Slide 11 - Tekstslide

Invloeden van het milieu
levende factoren
levenloze factoren

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Water is een voorbeeld van een
A
biotische factor
B
abiotische factor

Slide 16 - Quizvraag

Takjes om een nestje te bouwen zijn een
A
biotische factor
B
abiotische factor

Slide 17 - Quizvraag

-Je kunt de niveaus van de ecologie beschrijven.

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Niveaus van de ecologie.

Slide 20 - Tekstslide

Merels en mussen die leven in het zelfde bos behoren tot dezelfde populatie.
A
juist
B
onjuist

Slide 21 - Quizvraag

Vossen en konijnen die in het zelfde bos leven vormen samen een leefgemeenschap.
A
juist
B
onjuist

Slide 22 - Quizvraag

Een meer is een voorbeeld van een ecosysteem
A
juist
B
onjuist

Slide 23 - Quizvraag

Hoe noemen we een groep individuen van dezelfde soort in een bepaald gebied, die zich onderling voortplanten

Slide 24 - Open vraag

Een gebied, waarbinnen de biotische en abiotische factoren een eenheid vormen?

Slide 25 - Open vraag

De studie van het gedrag van dieren heet ecologie
A
waar
B
niet waar

Slide 26 - Quizvraag

wat zijn de vier niveau's van de ecologie van klein naar groot?
A
individu, populatie, levensgemeenschap, ecosystemen
B
levensgemeenschap, individu, populatie, ecosystemen

Slide 27 - Quizvraag

Tot welk niveau behoord een weiland
A
Individu
B
Levensgemeenschap
C
populatie
D
ecosysteem

Slide 28 - Quizvraag

Een populatie kan bestaan uit verschillende soorten organismen.
A
juist
B
onjuist

Slide 29 - Quizvraag

Hoe noem je een bepaald gebied, waarbinnen de biotische en abiotische factoren een eenheid vormen
A
Individu
B
Levensgemeenschap
C
populatie
D
ecosysteem

Slide 30 - Quizvraag

Wat is een POPULATIE
A
Een groep planten of dieren van dezelfde soort die in hetzelfde gebied leven
B
Een groep dieren die in hetzelfde gebied leven
C
Verschillende planten en dieren die in hetzelfde gebied leven
D
Een groep dieren die voedsel voor elkaar zijn

Slide 31 - Quizvraag

Tot welk niveau reken je een duingebied met konijnen, vossen, vogels en allerlei soorten planten?
A
Biosfeer
B
Populatie
C
Organisme
D
Ecosysteem

Slide 32 - Quizvraag

Tot welk niveau horen boomalgen die op een boom zitten?
A
Populatie
B
Ecosysteem
C
Orgaan
D
Organisme

Slide 33 - Quizvraag

-Je kunt in een ecosysteem de voedselrelaties aangeven.
Deze les een begin, volgende week meer uitleg hierover.

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Video

Voedselketen.
De eerste schakel is altijd een plant want...

Daarna komen de consumenten van 1e 2e etc orde.

Consumenten kunnen zijn herbivoor, carnivoor en omnivoor.

Waarom kan een herbivoor alleen maar consument van de 1e orde zijn..
en een carnivoor alleen maar 2 of hoger?
en een omnivoor zowel 1 als 2 en hoger?  

Slide 36 - Tekstslide

Konijnen zijn.....
A
Planteneters
B
Vleeseters

Slide 37 - Quizvraag

Wezels zijn......
A
Planteneters
B
Vleeseters

Slide 38 - Quizvraag

Voedselweb/

voedselnet

Slide 39 - Tekstslide

voedselketen

Slide 40 - Tekstslide

Noem een voedselketen met 3 schakels

Slide 41 - Open vraag

Producenten ->  planten


Consumenten -> planteneters, vleeseters, alleseters en afvaleters

Reducenten -> schimmels en bacterieën

Slide 42 - Tekstslide

Slide 43 - Tekstslide

Volgende week uitleg over:
Basisstof 1: Biomassa , Accumulatie

Basisstof 2: Voedselrelaties, Kringloop van water en koolstof, 

voor vwo
Basisstof 7 energiestromen

(We lopen dus nog iets achter op de studiewijzer, wegens uitval afgelopen maandag)

Slide 44 - Tekstslide

timer
10:00
Leerdoelen:
-Alles van thema 5 leren.
-Je kunt de invloeden op organismen indelen in biotische en abiotische factoren.
-Je kunt de niveaus van de ecologie beschrijven.
-Je kunt in een ecosysteem de voedselrelaties aangeven.


Kun je bereiken door:
-De tekst van thema 6 basisstof 1 te lezen/bestuderen.
-Te maken: Basisstof 1 thema 6 
-De antwoorden van de opdrachten serieus te controleren.
-Je kennis van de leerdoelen te toetsen met de flitskaarten en de test je zelf.




  Na afloop nog een (1) vraag via lessonup.  

Slide 45 - Tekstslide

Geef een voorbeeld van een ecosysteem en noem een abiotische en een biotische factor in dat systeem.

Slide 46 - Open vraag

Afsluiting.
Wat nog niet af is van de studiewijzer van deze week is huiswerk voor de 1e les van volgende week. (Maandag)

Wat heb je geleerd deze les, kon je de vragen allemaal goed beantwoorden?

Zo niet gebruik dan de volgende links om extra te oefenen.

Slide 47 - Tekstslide

In je agenda gezet wat je nog moet doen?

Pak je tas in en wacht nog even rustig op je eigen plek tot het tijd is.

Laat je plek netjes achter, schuif je stoel aan en vergeet je mobiel niet.

Tot de volgende keer.

Slide 50 - Tekstslide