les 8: 4.3 Een Keizerlijke Karel

Keizerlijke Karel 
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Keizerlijke Karel 

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Feniks, Geschiedenis Werkplaats, Memo, Saga

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoel
Aan het eind van deze presentatie kun je herkennen en uitleggen door wie en hoe Nederland bestuurd werd aan tussen 1500 en 1550 

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Controle vragen
1. Ik kan drie verschillende Collaterale Raden noemen

2. Ik kan verschillen en overeenkomsten noemen tussen lutheranen en calvinisten 

3. Ik kan de rol van de inquisitie bij de vervolging van protestanten uitleggen

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Karel V
Rijk Karel V 

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Habsburgse Rijk
Stamboom van Karel V
Karel V 
Karel V

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Karel V
1500-1558



  • Karel van Habsburg erft het bestuur over de Nederlandse gewesten (1506), Spanje (1516) en het Rooms-Duitse Rijk (1519)
  • Door huwelijken, veroveringen en erfenissen is zijn rijk enorm geworden
  • Hoewel hij koning van Spanje en Keizer van het Rooms-Duitse Rijk is, wordt hij geen koning, maar 'Heer van de Nederlanden'
De aanspreektitel van Karel?

Karel, bij de gratie Gods, Heilig Rooms keizer, Semper Augustus, Koning van Duitsland, Koning van Italië, Koning van heel Spanje, Castilië, Aragón, León, Navarra, Granada, Toledo, Valencia, Galicië, Mallorca, Secillia, Córdoba, Murcia, Jaén, Algarve, Algeciras, Gibraltar, de Canarische eilanden, Koning van de Beide Siciliën, Sardinië, Corsica, Koning van Jerusalem, Koning van de Westelijke en Oostelijke Indiën, Heer van de Eilanden en de Grote Oceaan, Aartshertog van Oostenrijk, Hertog van Bourgondië, Brabant, Lotharingen, Stiermarken, Karinthië, Krain, Limburg, Luxemburg, Gelderland, Neopatrië, Württemberg, Landgraaf van de Elzas, Prins van Zwaben, Graaf van Vlaanderen, Habsburg, Tirol, Gorizia, Barcelona, Artesië, Franche Comté, Henegouwen, Holland, Zeeland, Ferrette, Kyburg, Namen, Roussillon, Cerdagne, Drenthe, Zutphen, Markgraaf van het Heilig Roomse Rijk, Burgau, Oristano en Gociano, Heer van Friesland, het Wendland, Pordenone, Biskaye, Molin, Salins, Tripoli en Mechelen.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vrienden van Karel V
Gebieden in Zuid-Amerika die zijn veroverd sinds de ontdekking van Amerika door Columbus.
Gebieden die Karel erfde na de dood van zijn vader in 1506
Gebieden die Karel erfde na de dood van zijn vader in 1506
Gebieden die Karel tijdens zijn regeerperiode veroverde.
De uitbreiding van het Ottomaanse Rijk bleef een voortdurende bedreiging voor het rijk van Karel V. Daarnaast was in de Middeleeuwen het christendom de belangrijkste godsdienst in Europa, en de Islam was een grote bedreiging. Karel voelt zich, als koning van Jeruzalem, verplicht om een kruistocht tegen de islam te voeren.
Vrienden van Karel V
Gebieden die Karel tijdens zijn regeerperiode veroverde.
Door de Spaanse veroveringen in Zuid-Amerika wordt hij heerser over een rijk waar de zon nooit ondergaat.
Hoewel Karel officieel keizer van het Rooms-Duitse Rijk was (zwart omlijnd op de kaart), waren veel van de vorsten in dit rijk niet gehoorzaam aan Karel.
Karel had zeer regelmatig oorlog met Frankrijk, tussen: 1521-1526, 1526-1529, 1535-1538, 1542-1544 en 1552-1559. Dit had vooral te maken met de ligging van beide landen, maar ook met macht en invloed in andere landen.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Heer van de Nederlanden



  • De Nederlanden bestonden uit 17 gewesten.
  • In al deze gewesten was Karel de baas (graaf of hertog), maar hij kon natuurlijk niet overal tegelijk zijn.
  • Daarom had hij in elk gewest een plaatsvervanger: de stadhouder
  • Karel was heel vaak in de Nederlanden: hij vond het hier prettig

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Besturen was niet te doen!
- landvoogdes Margaretha van Oostenrijk
- plaatsvervanger van Karel in de Nederlanden


Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Verdere centralisatie




  • Hij stelt 3 collaterale raden in die hem advies moeten geven bij het bestuur van het hele land. 
  • Geheime raad - adviseert over binnenlandse wetten
  • Raad van state - adviseert over buitenlandse politiek en oorlog
  • Raad van financiën - adviseert over financiën in het hele rijk

centralisatie -  vorsten willen graag weer een centraal bestuur waarbij overal in het land dezelfde wetten gelden 

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Reformatie
  •  De kritiek op de katholieke kerk nam toe
  • Oorzaak: de kerk hield zich niet aan de Bijbel, terwijl de Bijbel de basis is voor het geloof
  • Kritiek kwam van Erasmus, Luther en Calvijn

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Calvijn
  • Bijbel is de basis
  • Mensen moeten sober leven net als Jezus deed
  • Kerk moet niet door Paus worden geleid, maar door de gelovigen zelf
  • Als de vorst zich niet houdt aan de Bijbel, dan mag het volk hem afzetten

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aantekening
De vorst is het hoofd van de Lutherse Kerk in zijn gebied 
De gelovigen vormen samen een geloofsgemeenschap: Raad van ouderen
Altijd gehoorzamen aan de vorst, ook als deze slecht reageert. 
In opstand komen tegen de vorst is toegestaan als hij zich niet goed aan de geloofsregels houdt of zijn onderdanen onrechtvaardig bestuurd  
Luther
Calvijn

Slide 16 - Tekstslide

Calvijns kritiek op de Katholieke Kerk richtte zich voornamelijk op het vereren van heiligen en deze heiligen of Jezus in beelden af te beelden (in de kerk bijvoorbeeld). God was niet af te beelden.
Aantekeningen

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bloedplakkaten

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Calvijn in de Nederlanden
  • Zeer populair bij bevolking Nederlanden 
  • Karel V is streng katholiek en zijn volk moet dat ook zijn 
  • 1550 – instelling Bloedplakkaat; wet die bepaalt dat vanaf nu protestanten streng worden vervolgd door inquisitie

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1550 - Bloedplakkaat
- Karel V: 'Katholicisme is het WARE geloof.
- Protestanten zijn ketters

- Bloedplakkaat (Een op een vel papier gedrukte wet, vooral tegen ketters)
- Inquisitie (Rechtbank van de Katholieke kerk)


Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1555 - Godsdienst vrede van Augsburg
Het volk heeft dezelfde godsdienst als de vorst.            (= godsdienstvrijheid?) NEE

1555 - moegestreden treedt Karel V af 

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zijn zoon Filips II

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Karel V wilde dat er in de Nederlanden overal dezelfde regels kwamen. Hoe noemen we dat?
A
Centralisatie
B
Decentralisatie
C
Regeneratie
D
Besturen vanuit één centrale plek

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

hoe beperkte Karel de macht van de adel
A
de instelling van de collaterale raden
B
de instelling van stadsrechten
C
de instelling van de Staten Generaal
D
de instelling van de gewestelijke staten

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarom moet iedereen in het rijk van Karel V katholiek zijn?
A
Karel V was zelf streng katholiek
B
Karel V vond Luther en Calvijn leugenaars
C
Karel V wilde graag de Paus steunen
D
Een geloof in het rijk zorgde voor eenheid

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke drie groepen in de Nederlanden waren niet tevreden over Karel V
A
de adel, de geestelijken en de boeren
B
de adel, de boeren en de arbeiders
C
de adel , de stedelingen en de protestanten
D
de stedelingen, de protestanten en de boeren

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Maken

alle opdrachten paragraaf 4.3

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies