Herhaling H2

Herhaling H2 en H3
-Kracht en beweging.
- Energie (deel 1)

1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Herhaling H2 en H3
-Kracht en beweging.
- Energie (deel 1)

Slide 1 - Tekstslide

Newtons eerste wet.
Indien een voorwerp in een rechte lijn én met constante snelheid beweegt is de netto kracht op het voorwerp gelijk aan  0 N.

Slide 2 - Tekstslide

Newtons  eerste en tweede wet
2de wet
Fres = m*a

Wordt Fres groter of kleiner
in de figuur hiernaast.

Wanneer geldt 1ste wet hier?

Slide 3 - Tekstslide

Parallellogrammethode
  • Teken een lijn parallel aan iedere kracht op de punt van de ander kracht.
  • Teken Fres van het aangrijpingspunt naar het punt waar de twee lijnen elkaar snijden. 

Slide 4 - Tekstslide

Hoe groot is Fres dan???
Is de hoek tussen F1 en F2 90 graden --> Pythagoras
Gebruik de krachtenschaal.
Bijv. 1 cm ≙ 15 N

Slide 5 - Tekstslide

F1 = 9 N, F2 = 12 N
Hoe groot is Fres?
A
225 N
B
C
4,58 N
D
15 N

Slide 6 - Quizvraag

Krachten ontbinden langs horizontale en verticale as
Voorbeeld slee

Slide 7 - Tekstslide

Wat gebeurt er met de normaalkracht als de slee wordt voortgetrokken?
A
Deze blijft gelijk
B
Deze wordt groter
C
Deze wordt kleiner
D
Te weinig informatie

Slide 8 - Quizvraag

Krachten ontbinden langs helling

Slide 9 - Tekstslide

Krachten ontbinden
1. Assenstelsel maken
2. Krachten tekenen (evt. op schaal)
3. Met omgekeerde parallellogrammethode kracht ontbinden
4. De ontbonden krachten bepalen (met schaal) of berekenen met cos/sin/tan

NB: SOS, CAS, TOA

Slide 10 - Tekstslide

Krachten ontbinden langs helling

Slide 11 - Tekstslide

Drie krachten (F1, F2, F3)
worden bij elkaar opgeteld.
Welke vierde kracht is er nodig
zodat Fres = 0?
A
Zwart: A
B
Blauw: B
C
Groen: C
D
Geel: D

Slide 12 - Quizvraag

Welk assenstelsel gebruiken we bij een helling?
A
Eentje horizontaal en eentje verticaal
B
Eentje horizontaal en eentje langs de helling
C
Eentje verticaal en eentje loodrecht op de helling
D
Eentje langs de helling en eentje loodrecht op de helling

Slide 13 - Quizvraag

Je trekt schuin aan een slee met een kracht van 300 N. Wat kun je zeggen over de kracht in de horizontale richting?
A
Deze is ook 300 N
B
Deze is kleiner dan 300 N
C
Deze is groter dan 300 N
D
Daar kun je niks over zeggen

Slide 14 - Quizvraag

Krachten ontbinden langs touwen (op schaal)

Slide 15 - Tekstslide

Arbeid
 De arbeid W wordt gegeven door:

waarin:


W
F  

θ   


W=Fscos(θ)
= arbeid ( J )
= kracht (N)
= (afgelegde) afstand (m)
= hoek tussen de kracht F en bewegingsrichting (°)

Slide 16 - Tekstslide

Arbeid
- Wanneer wordt er arbeid verricht welke situaties !.

- Door arbeid te verrichten kan een voorwerp energie krijgen.

Slide 17 - Tekstslide

Arbeid-energie theorema
W=ΔEkin
W=ΔEZ
W=ΔEveer

Slide 18 - Tekstslide

Veerenergie

Slide 19 - Tekstslide

Oefenvraag
Een motor van een scooter levert een kracht van 300 N over 100 meter, weerstandskracht bedraagt 100 N. Massa scooter en berijder is 220 kg. Scooter vertrekt vanuit stilstand. 

a. Bereken de eindsnelheid.
b. Bereken de snelheid als het het eindpunt van weg (verticaal) 10 m hoger ligt.

Slide 20 - Tekstslide

Uitwerking

Slide 21 - Tekstslide