4V Frans 20 januari - werkwoorden

• Frans
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 4

4H Frans 19 jan - grammaire ch. 1 + 2 herhaling

wederkerende werkwoorden (ch. 1 - A)

onregelmatige werkwoorden (ch. 1 + 2 B)

Wederkerende werkwoorden

Présent: 

Passé composé:

1. hulpwerkwoord être

2. voltooid deelwoord: -er --> é, ir --> i, re --> u

3. accord! + e voor vrouwelijk, + s voor meervoud

Futur: stam eindigt op R + uitgangen avoir (ai - as - a - ons - ez - ont)

Vervoeg: s'amuser, vous, présent

Vervoeg: s'habiller, nous, passé composé

Vervoeg: se laver, tu, passé composé

Vervoeg: se préparer, il, futur

Vervoeg: se tromper, présent, je

Vervoeg: se sentir, présent, ils

Onregelmatige werkwoorden

• Avoir - être - faire - vivre - pouvoir - vouloir - connaître - servir

• Présent: leren!
• Passé composé: avoir of être? Bij alles avoir, behalve bij partir en sortir
• Imparfait: nous-vorm présent - ons + uitgangen: ais - ais - ait - ions - iez - aient
• Futur: stam op een R, leren! : aur - ser - fer - vivr - pourr - voudr - connaîtr - servir. Uitgangen van avoir: ai - as - a - ons - ez - ont
• Conditionnel: stam futur + uitgang imparfait

Vervoeg: avoir, passé composé, vous

Vervoeg: être, futur, ils

Vervoeg: faire, imparfait, tu

Vervoeg: pouvoir, elles, présent

Vervoeg: vivre, passé composé, on

Vervoeg: connaître, présent, ils

Vervoeg: vouloir, conditionnel, je

Vervoeg: servir, conditionnel, nous

Succes!

• Leer goed
• Kijk Lupin (of iets anders leuks Frans voor de Franse sfeer en taalgevoel)
• Zorg dat je uitgerust bent
• Neem water en kauwgom mee