3.4 Uitscheiding

• Biologie
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Planning voor vandaag

1. herhaling vorige les

2. zelf aan de slag

3. nieuwe uitleg

Herhaling

1. Wat is de functie van de aorta?

2. Omschrijf in 3 stappen hoe je hartslag werkt.

Leerdoel

• Je kunt de delen van de nieren en urinewegen noemen met hun kenmerken en functies

Afval in het lichaam

In het bloed zit veel afval:

• Koolstofdioxide (CO₂)
• Overtollige voedingsstoffen
• Overtollige zouten
• Overtollig water
• Schadelijke stoffen (bijv. alcohol en medicijnen)
• Dode ziekteverwekkers 

Opdracht bij 3.4             

1. Noem 4 uitscheidingsorganen.

2. Wat wordt er bedoeld met uitscheiden?

3. Wat is de functie van niermerg en nierschors?
4. Waar wordt de urine verzameld?

5. Zet begrippen in goede volgorde waar urine langs gaat; urineleiders-urineblaas-nierbekken-urinebuis 

Ben je klaar? Ga aan de Daltontaak en laat aftekenen bij mij

Opdracht 1

Longen:

- water en koolstofdioxide

Lever:

- schadelijke stoffen, overtollige voedingsstoffen      

Zweetklieren (huid):

- water en zout

Nieren:

- water, zouten en afvalstoffen

Opdracht 2:
Afvalstoffen uit het bloed halen (zoals zouten) = uitscheiden

Opdracht 3:
Niermerg en nierschors maken urine
Opdracht 4:
Urine wordt verzameld in de nierbekkens
Daarna gaat urine naar de blaas

• Iedere dag 200 liter vocht
• 99% komt weer terug in de bloedsomloop
• Vocht te kort -> donkere urine
• Veel drinken --> urine licht van kleur
• Je blaas kan 0,5-0,8 L urine opslaan

Opdracht 5

Nierbekken --> urineleiders --> urineblaas --> urinebuis

Verschil lengte urinebuis man en vrouw

0

Daltontaak