1.2.9. AFP

Anatomie, Fysiologie en Pathologie 


Les 9
Leerjaar 1
Periode 2
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
Anatomie Fysiologie PathologieMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Anatomie, Fysiologie en Pathologie 


Les 9
Leerjaar 1
Periode 2

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesindeling
  • Herhaling vorige les
  • Theorie bloedvaten
  • Aan de slag met de theorie
  • Theorie arteriosclerose
  • Demonstratie 
  • Afronden en huiswerk

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vorige les
Wat wordt er bedoeld met 'het hart is een autonoom orgaan'?
Waar begint de prikkelgeleiding van het hart?
En wat gebeurt er daarna?
Wat wordt er bedoeld met de diastole?

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de functie van de sinusknoop?

Slide 4 - Open vraag

Dit is een manier om het antwoord te formuleren. Samen kijken naar wat nog meer goed is. 
Een samenvatting in volgende dia. 

Slide 5 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Bloedvaten
Drie soorten bloedvaten: aders (venen), slagaders (arteriën) en haarvaten (capillairen)

  • Venen: Dunne wand, hebben kleppen, bevatten afvalstoffen en zuurstofarm bloed
  • Arteriën: Dikke elastische wand, geen kleppen, bevatten zuurstof en voedingsstoffen
  • Capillairen: Uitwisseling voedingsstoffen/zuurstof en afvalstoffen


Slide 6 - Tekstslide

Over haarvaten straks meer. 

Waarom kleppen bij aders?
Het hart heeft niet voldoende kracht om het bloed door de venen terug te pompen: vandaar de kleppen en het gebruik van de spierpomp.
Bloedvaten (2)
Uitzonderingen! 

  • De longslagader
    is de enige slagader met zuurstofarm bloed
  • De longader is de enige ader met zuurstofrijk bloed

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Haarvaten

De slagaders vertakken in de organen tot steeds kleindere bloedvaten. De wand wordt steeds dunner.


Als een wand maar 1 cel dik is, noem je dat bloedvat een haarvat. De bloeddruk is in een haarvat heel laag. 

Omdat de wand zo dun is, kan er vocht met zuurstof en voedingsstoffen doorheen naar de cellen.


De cellen geven vocht met koolstofdioxide en afvalstoffen af aan het bloed in het haarvat. 


De haarvaten komen samen in grotere bloedvaten. 
Die bloedvaten noem je aders. 
- zijn maar 1 cellaag dik
- vormen een netwerk
- de bloeddruk is laag
- er vindt uitwisseling plaats van stoffen

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Tekstslide

Ivm een triagevraag dit onderwerp kort toegelicht. Zie meer informatie in de volgende dia

Slide 11 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Vene
Arterie
Dunne wand
Afvalstoffen
Dikke elastische wand
Kleppen
Zuurstofarm bloed
Geen kleppen
Zuurstofrijk bloed

Slide 12 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

6

Slide 13 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht
Open de opdracht AFP bloedvaten (week 50) in Cumlaude. 
Begin met de verplichte opdrachten. Deze gaan we ook bespreken. 
Daarna kun je kiezen welke keuzeopdracht je wilt maken. Zorg dat je in ieder geval vandaag een opdracht gekozen hebt. 

Zie huiswerk voor de inleverdatum

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk

Leren: Medische kennis H.3
MBO leren: diep veneuze trombose
Neem boek Eigen spreekuur mee naar de volgende les

Uiterlijk voorafgaande aan 1e les AFP week 51 Keuzeopdracht inleveren op Cumlaude

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

00:38
Waarom vervoert een slagader meestal zuurstofrijk bloed?
A
Omdat hij bij de longen vandaan komt.
B
Omdat hij bij het hart vandaan komt.
C
Omdat hij naar het hart toegaat.
D
Omdat hij naar de longen toegaat.

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

01:20
In de haarvaten vindt er uitwisseling O2 en CO2 plaats. Hoe kan dat?
A
De haarvaten gebruiken zuurstof.
B
De haarvaten liggen om het orgaan verpakt.
C
De haarvaten zijn erg klein.
D
De wanden van haarvaten zijn erg dun.

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

03:45
Wat is de Latijnse naam van 5?
A
Arteria pulmonalis
B
Vena pulmonalis

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

03:53
Schrijf de juiste antwoorden op bij de cijfers!

Slide 19 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

04:17
Wat is de functie van de poortader?

Slide 20 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

05:36
Beschrijf de route die de bloedcel aflegt van 10 naar 8.

Slide 21 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies