* Werken in groepjes * Werken op 1 laptop per groep * Rustig overleggen (doe je dat niet dan ligt jouw groepje eruit) * Je kunt een prijs winnen!!
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1
In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
MEGA quiz over H4 en H5
* Werken in groepjes * Werken op 1 laptop per groep * Rustig overleggen (doe je dat niet dan ligt jouw groepje eruit) * Je kunt een prijs winnen!!
Slide 1 - Tekstslide
Groepjes:
Groep 1: Norayr, Noah Dean, Ella en Eline
Groep 2: Nino, Rayan, Styn en Dario Groep 3: Stef, Sophie, Sterre en Maarten Groep 4: Andy, Casper, Wasim en Sanne Groep 5: Ruben, Dounia, Caoel, Femke R en Joëlle
Groep 6: Femke D, Milan, Jop en Roel
Slide 2 - Tekstslide
De vroege Middeleeuwen duren van ... tot ...
A
400-1000
B
500-1000
C
600-1000
D
1000-1500
Slide 3 - Quizvraag
In welk jaar werd Karel de Grote gekroond door paus Leo 3e?
A
800
B
801
C
802
D
803
Slide 4 - Quizvraag
Waardoor ontstonden de Middeleeuwen in West-Europa?
A
Allerlei volken gingen verhuizen
B
De arabieren vielen het Oost-Romeinse Rijk aan
C
Door de val van het West- Romeinse Rijk
D
Door de val van het Oost-Romeinse Rijk
Slide 5 - Quizvraag
Karel de Grote werd een van de machtigste leiders in de Middeleeuwen. Van welk volk was hij?
A
Friezen
B
Franken
C
Bataven
D
Galliërs
Slide 6 - Quizvraag
Welk van de volgende plichten hoorden niet bij een leenman?
A
Trouw zweren aan de koning
B
Herendiensten verrichten
C
Het gebied van de koning besturen
D
Recht spreken in het gebied van de koning
Slide 7 - Quizvraag
Wat zijn zendgraven?
A
Iemand die namens de koning door het Rijk reisde en de leenmannen controleerde
B
Edelman die een gebied bestuurde voor zijn leenheer
C
Edelman die een deel van zijn gebied liet besturen door iemand anders
D
Een Middeleeuwse postbode
Slide 8 - Quizvraag
Wat is geen voorbeeld van een herendienst?
A
Grachten graven
B
Bruggen bouwen
C
Reparaties aan het kasteel
D
Voedsel verbouwen
Slide 9 - Quizvraag
Een horige behoorde tot de ... stand.
A
1e stand
B
2e stand
C
3e stand
Slide 10 - Quizvraag
Wat is de beste reden waardoor het leenstelsel niet altijd werkte?
A
Leenmannen waren vaak jaloers op elkaar
B
Leenheren waren vaak jaloers op elkaar
C
Door jaloezie werd het onderlinge vertrouwen geschaad. Men ging het land besturen zoals zij dat zelf wilden.
D
Door jaloezie werd het onderlinge vertrouwen geschaad. Men ging het land besturen zoals zij dat zelf wilden en voerden dan vaak oorlog.
Slide 11 - Quizvraag
Wat was de belangrijkste reden waarom men het drieslagstelsel ging toepassen?
A
Meer oogst
B
Meer verschillende gewassen tegelijk verbouwen
C
Gewassen eerlijker verdelen over de landbouwgrond
D
Om te zorgen dat de landbouwgrond vruchtbaar bleef
Slide 12 - Quizvraag
Wat is de belangrijkste reden waardoor de kerk voor de Middeleeuwers zo belangrijk was?
A
Men was met geweld gekerstend aan het einde van de Romeinse tijd
B
Men kon nog niet lezen, ze konden niet zelf op zoek naar antwoorden
C
Het Christendom was het enige dat de verschillende volken samenbracht
Slide 13 - Quizvraag
Wat heeft de Christelijke kerk over de standensamenleving gezegd?
A
God heeft de 3 standen gemaakt
B
God is het niet eens met de 3 standen, ieder is gelijk
C
De 3 standen kloppen niet, God is de 1e stand
Slide 14 - Quizvraag
De kerstenings-tochten van Bonifatius eindigden niet allemaal even goed.Wat gebeurde er met Bonifatius?
A
Bonifatius kreeg ze er flink van langs!
B
Bonifatius keerde zich af van het christendom
C
Bonifatius leerde een mooie vrouw kennen. Dat mocht niet van het christelijke geloof
D
Bonifatius werd vermoord
Slide 15 - Quizvraag
Hoofdstuk 5 gaat over de hoge Middeleeuwen. Wanneer vonden de hoge Middeleeuwen plaats?
A
500-1000
B
700-1200
C
1000-1500
D
1000-1600
Slide 16 - Quizvraag
In hoofdstuk 4 woont bijna iedereen op het platteland, in hoofdstuk 5 (1000 n.Chr) veranderd dit. Waardoor komt dat?
A
Het wordt erg druk op het platteland, mensen gaan verhuizen naar de stad
B
Het is erg onrustig op het platteland, mensen verhuizen naar de stad voor bescherming
C
Er komen betere vervoersmiddelen waardoor niet meer iedereen op het platteland hoeft te wonen
D
De landbouwoogsten leverden meer op, niet iedereen hoefde meer boer te zijn. Men ging andere beroepen uitoefenen.
Slide 17 - Quizvraag
Na het jaar 1000 werd het veiliger in Europa. Wat nam hierdoor toe?
A
Handel
B
Bevolkingsgroei
C
Het verschillende aantal beroepen
D
Landbouwopbrengsten
Slide 18 - Quizvraag
Welk van de volgende voorbeelden is niet noodzakelijk voor de ligging van een handelsmarkt?
A
Handelsroute
B
Wegen
C
Landbouwgrond
D
Rivieren
Slide 19 - Quizvraag
Doordat niet iedereen meer boer hoefde te zijn ontstonden er nieuwe beroepen. Dit noemen we ook wel...
A
Gilden
B
Verenigingen
C
Ambachten
D
Vaklui
Slide 20 - Quizvraag
Handelaren uit verschillende steden die zaken met elkaar deden richtten vaak ... op.
A
Compagnie
B
Gilde
C
Vakbond
D
Hanze
Slide 21 - Quizvraag
In het gebied dat nu Nederland, België en Luxemburg is lagen in de Middeleeuwen gewesten. Hoeveel?