Oefenen toets schrijfvaardigheid

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 1

Vandaag

• Absenten

• Praktische opdracht

• Oefenen toets Schrijfvaardigheid

Regels

• Mond leeg

• Blijf zitten

• Stil tijdens uitleg: hand omhoog

• Focus op je werk 

Praktische opdracht

Ingeleverd? 

Vandaag is de deadline!

Lesdoel

Na vandaag weet ik hoe ik de toets Schrijfvaardigheid zelf kan maken!

Oefentoets Schrijfvaardigheid

Op jouw school is gisteren een sponsortocht voor Warchild gehouden. Warchild helpt kinderen die een oorlog hebben meegemaakt. Je kon kiezen of je de vijf kilometer ging hardlopen, steppen of skeeleren. Voor je aan de tocht beginnen kon, moest je sponsoren zoeken. Sponsoren betalen een bedrag als je de tocht uitloopt. Om 11.00 uur begon je aan de vijf kilometer en om 14.00 uur kwam je over de finish. Dat was later dan je van plan was, maar daarvoor was dan ook een reden. ’s Middags heb je je sponsorgeld opgehaald. Door het mooie weer en de goed eindopbrengst was de actie een groot succes.

Schrijf een persoonlijk verslag over de sponsorloop.

 

Op jouw school is gisteren een sponsortocht voor Warchild gehouden. Warchild helpt kinderen die een oorlog hebben meegemaakt. Je kon kiezen of je de vijf kilometer ging hardlopen, steppen of skeeleren. Voor je aan de tocht beginnen kon, moest je sponsoren zoeken. Sponsoren betalen een bedrag als je de tocht uitloopt. Om 11.00 uur begon je aan de vijf kilometer en om 14.00 uur kwam je over de finish. Dat was later dan je van plan was, maar daarvoor was dan ook een reden. ’s Middags heb je je sponsorgeld opgehaald. Door het mooie weer en de goed eindopbrengst was de actie een groot succes.

- Kijk of je de tekst goed begrijpt

- Wat betekenen de moeilijkere woorden?

Stappen

• Lees de opdracht eerst helemaal goed door!
• Je gaat doen alsof jij erbij bent geweest en erover aan iemand vertelt
• Beantwoord voor jezelf de 5W-vragen en de H-vraag:         wie, wat, waar, waarom, wanneer en hoe?
• Bedenk een titel
• Schrijf de tekst en kijk goed hoe lang hij moet zijn

W

• Wie?

• Wat?

• Waar?

• Waarom?

• Wanneer?

• Hoe?

Je tekst

• Verzin een titel
• Inleiding: Waar gaat je verslag over? De lezer moet weten wat er gaat komen
• Middenstuk:  Vertel in de goede volgorde wat je deed en meemaakte. Verzin zelf wat ervoor zorgde dat je later over de finish kwam. Gebruik ten minste twee verschillende volgordewoorden. 
• Slot: Geef je mening over de sponsortocht

Lesdoel

Na vandaag weet ik hoe ik de toets Schrijfvaardigheid zelf kan maken!