3.2 Waarvoor zou je sparen?

Welkom!
H3: De bank en jouw geld 

3.2 Waarvoor zou je sparen?
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

In deze les zitten 15 slides, met tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welkom!
H3: De bank en jouw geld 

3.2 Waarvoor zou je sparen?

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we vandaag doen?
- Terugblik 3.1 Hoe betaal je?
- Lesdoelen deze les
- 3.2 Waarvoor zou je sparen? Uitleg
- Zelfstandig aan het werk
- Terugblik

Slide 2 - Tekstslide

3.2 Waarvoor zou je sparen?
Leerdoelen:

Aan het einde van de les kun je:
- Benoemen welke spaarmotieven je kunt hebben
- Benoemen welke spaarrekeningen er zijn en wat de verschillen zijn
- Rente over 1 of meerdere jaren berekenen
- Rente over 1 of meerdere maanden berekenen

Slide 3 - Tekstslide

3.2 Waarvoor zou je sparen?


Wat zou jij doen als elke maand € 20 overhoudt?

Uitgeven of sparen?

Slide 4 - Tekstslide

Redenen om te sparen
Spaarmotieven: Redenen om te sparen




Doel                                     Voorzorg                                   Rente

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Spaarrekeningen
Gewone spaarrekening:
  • je kunt ieder moment geld opnemen of storten
  • rente kan veranderen

Spaardeposito:
  • geld staat voor bepaalde tijd vast
  • vast rentepercentage
  • bij tussentijds opnemen boete

Slide 7 - Tekstslide

Oefenen
Casus 1:
  • Lisa spaart € 500 voor een festival deze zomer. Welke spaarrekening past het beste bij haar? 

Casus 2:
  • Sam wil € 1.000 sparen om over 3 jaar een rijbewijs te halen? Welke spaarrekening past het beste bij hem? 

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Rente voor sparen
Rente voor sparen = een vergoeding die de bank je geeft voor jouw spaargeld. 

- Bank kan jouw spaargeld gebruiken (lenen aan een ander)
- Rente krijg je rond jaarwisseling


Slide 10 - Tekstslide

Rekenen: Rente
Rente = spaarbedrag : 100 x rentepercentage

Altijd rente voor 1 jaar!!

3 jaar: Rente = spaarbedrag : 100 x rentepercentage x 3
1 maand: Rente = spaarbedrag : 100 x rentepercentage :12
3 maanden: Rente = spaarbedrag : 100 x rentepercentage :12 x 3

Slide 11 - Tekstslide

Voorbeeld
Klaas heeft € 3.200,- op zijn spaarrekening staan. Hij krijgt hier 0,4% rente over. 

vraag:
a. Wat is de rente na 1 jaar
b. Wat is de rente na 4 jaar.

Slide 12 - Tekstslide

Snelle Quiz

  • Noem 3 spaarmotieven.
  • Wat is het verschil tussen een gewone spaarrekening en een spaardeposito?
  • Bereken de rente: € 2.000,- gespaard met een rente van 1.2% over 1 jaar.



b. Wat is de rente na 4 jaar.

Slide 13 - Tekstslide

Zelfstandig aan het werk 
Opdracht: 
Maak nu zelfstandig opgaven bij paragraaf 3.3 vanaf opdracht 11, 12 & 13 blz 81 
Schrijf de volledige antwoorden in je boek, inclusief formule!
Hulp nodig? In deze volgorde: 
1. Boek
2. Klasgenoot
3. Docent

Slide 14 - Tekstslide

Afsluiting
Je kunt nu
  
- Uitleggen welke spaarmotieven je kunt hebben √
- Benoemen welke spaarrekeningen er zijn en wat de verschillen zijn √
- Uitleggen waarom de bank rente geeft over spaargeld √
- Rente over 1 of meerdere jaren berekenen √
- Rente over 1 of meerdere maanden berekenen √



Slide 15 - Tekstslide