Trede 14 opdr. havo-havomavo wordbank + present perfect/past simple vorm

Opdracht wordbank + past simple en present perfect
Je gaat nu aan de slag met de Wordbank.
 Deze opdracht heeft 3 onderdelen.
Je gaat deze maken in een PAGES document met de naam :
OPDRACHT WORDBANK



opdr. wordbank trede 14
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 180 min

Onderdelen in deze les

Opdracht wordbank + past simple en present perfect
Je gaat nu aan de slag met de Wordbank.
 Deze opdracht heeft 3 onderdelen.
Je gaat deze maken in een PAGES document met de naam :
OPDRACHT WORDBANK



opdr. wordbank trede 14

Slide 1 - Tekstslide

Opdracht wordbank + past simple en present perfect
Je gaat nu aan de slag met de Wordbank.
 Deze opdracht heeft 3 onderdelen.
Je gaat deze maken in een PAGES document met de naam :
OPDRACHT WORDBANK
Je levert hem in in SHOWBIE


opdr. wordbank trede 14

Slide 2 - Tekstslide

Opdracht wordbank + past simple en present perfect
Je gaat nu aan de slag met de Wordbank.
 Deze opdracht heeft 3 onderdelen.
Je gaat deze maken in een PAGES document met de naam :
OPDRACHT WORDBANK



opdr. wordbank trede 14

Slide 3 - Tekstslide

Opdracht Wordbank : 
Onderdeel 1 woorden Global Goals
Ga naar de wordbank trede 14
Bij GLOBAL GOALS staan 17 woorden (no hunger t/m partnership for goals)

Maak met ieder woord 1 Engelse zin van minimaal 5 woorden lang. In de zin moet je duidelijk laten zien dat je weet wat het woord betekent. In totaal voor dit onderdeel dus 17 zinnen. 

Sla die op in een PAGES document genaamd OPDRACHT WORDBANK


global goals woorden

Slide 4 - Tekstslide

Opdracht Wordbank
Onderdeel 2 woorden OTHER WORDS

Ga naar de wordbank trede 14
Bij OTHER WORDS staan 14 woorden (goal t/m audience).
Maak met ieder woord 1 Engelse zin van minimaal 5 woorden lang. In de zin moet je duidelijk laten zien dat je weet wat het woord betekent. In totaal voor dit onderdeel dus 14 zinnen. 

Sla die ook op in een PAGES document genaamd OPDRACHT WORDBANK

Other words woorden

Slide 5 - Tekstslide

Opdracht Wordbank
Onderdeel 3 woorden VERBS

Bij  het onderdeel VERBS van de wordbank staan 12 werkwoorden (set a goal t/m impress)
Je gaat met deze werkwoorden de past simple en de present perfect oefenen en maken.
De meest van de werkwoorden zijn regelmatig, een enkele is onregelmatig. 

Bekijk de volgende videos over hoe en wanneer je de past simple maakt en de "aantekening hoe je de present perfect maakt. Gebruik deze info om de opdracht te maken

Slide 6 - Tekstslide

2

Slide 7 - Video

00:00
Hoe maak je de verleden tijd van een regelmatig werkwoord
A
stam werkwoord + - ed bv work -> worked
B
stam werkwoord + ing bv. work -> working
C
stam werkwoord + s bv .work -> works
D
alleen stam werkwoord bv work -> work

Slide 8 - Quizvraag

00:00
Hoe maak je de verleden tijd van een onregelmatig werkwoord
A
Gebruik de stam van het werkwoord + - ed bv buy -> buyed.
B
Je gebruikt een lijst met onregelmatige werkwoorden en zoekt de past simple op van dat werkwoord en leert zo de verleden tijd vormen bv. buy -> bought
C
Gebruikt de stam van het werkwoord + s bv .work -> works
D
Gebruik alleen de stam van een werkwoord bv work -> work

Slide 9 - Quizvraag

Present Perfect 

        
Have/has + voltooid deelwoord (=past particple)

Bij I/you/we/they gebruik je HAVE
Bij He/she/it gebruik je HAS 

: VORM voltooid deelwoord:
a. is een werkwoord regelmatig dan stam werkwoord + ED of
b.  is een werkwoord onregelmatig (gebruik dan het voltooid deelwoord van de lijst volgende dia

voorbeeld a I/you/we/they have worked/played/looked/studied - he/she/it has worked/played

voorbeeld b I/you/we/they have seen/gone/bought/stolen - he/she/it has gone/seen/bought


info

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Slide 12 - Link

Opdracht ONDERDEEL 3 VERBS
Hieronder staan de 12 werkwoorden uit de WORDBANK trede 14 zonder (to) 

1. SET A GOAL.                 = een onregelmatig werkwoord
2. ACHIEVE A GOAL       = regelmatig werkwoord
3. SUPPORT                     = regelmatig werkwoord
4. INSPIRE                        = regelmatig werkwoord
5. IMPROVE                      = regelmatig werkwoord
6. AGREE WITH               = regelmatig werkwoord
7. DISAGREE WITH         = regelmatig werkwoord
8. STAND OUT                 = een onregelmatig werkwoord
9. REFUSE.                       = regelmatig werkwoord
10. SHARE.                        = regelmatig werkwoord 
11. CHOOSE.                     = een onregelmatig werkwoord
12. IMPRESS.                    = regelmatig werkwoord

Gebruik deze werkwoorden voor de opdracht onderdeel 3 VERBS









Slide 13 - Tekstslide

Opdracht WORDBANK
Onderdeel 3 Verbs
Neem dit schema over in in het Pages document OPDRACHT WORDBANK. Maak voor alle 12 de werkwoorden uit de vorige dia een zin in de past simple en de present perfect  volgens dit schema. 
Gebruik in iedere zin een van de onderstaande signaalwoorden: for, yet, never, ever, just, already en since (ezelsbruggetje: FYNEJAS).


VERBS werkwoorden

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video